Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. schuifelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de schuifelen de neerlandés a inglés

schuifelen:

schuifelen verbo (schuifel, schuifelt, schuifelde, schuifelden, geschuifeld)

  1. schuifelen (sloffen)
    to shuffle
    • shuffle verbo (shuffles, shuffled, shuffling)
  2. schuifelen (zich langzaam voortbewegen)
    to shuffle; to move slowly
    • shuffle verbo (shuffles, shuffled, shuffling)
    • move slowly verbo (moves slowly, moved slowly, moving slowly)

Conjugaciones de schuifelen:

o.t.t.
  1. schuifel
  2. schuifelt
  3. schuifelt
  4. schuifelen
  5. schuifelen
  6. schuifelen
o.v.t.
  1. schuifelde
  2. schuifelde
  3. schuifelde
  4. schuifelden
  5. schuifelden
  6. schuifelden
v.t.t.
  1. heb geschuifeld
  2. hebt geschuifeld
  3. heeft geschuifeld
  4. hebben geschuifeld
  5. hebben geschuifeld
  6. hebben geschuifeld
v.v.t.
  1. had geschuifeld
  2. had geschuifeld
  3. had geschuifeld
  4. hadden geschuifeld
  5. hadden geschuifeld
  6. hadden geschuifeld
o.t.t.t.
  1. zal schuifelen
  2. zult schuifelen
  3. zal schuifelen
  4. zullen schuifelen
  5. zullen schuifelen
  6. zullen schuifelen
o.v.t.t.
  1. zou schuifelen
  2. zou schuifelen
  3. zou schuifelen
  4. zouden schuifelen
  5. zouden schuifelen
  6. zouden schuifelen
en verder
  1. ben geschuifeld
  2. bent geschuifeld
  3. is geschuifeld
  4. zijn geschuifeld
  5. zijn geschuifeld
  6. zijn geschuifeld
diversen
  1. schuifel!
  2. schuifelt!
  3. geschuifeld
  4. schuifelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schuifelen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
shuffle geslof; willekeurige volgorde
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
move slowly schuifelen; zich langzaam voortbewegen
shuffle schuifelen; sloffen; zich langzaam voortbewegen ìn willekeurige volgorde weergeven

Wiktionary: schuifelen


Cross Translation:
FromToVia
schuifelen shuffle schlurfen — beim Laufen die Füße nicht heben; schleppend gehen