Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. sluimeren:
  2. sluimer:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de sluimeren de neerlandés a inglés

sluimeren:

sluimeren [znw.] sustantivo

  1. sluimeren (sluimer; sluimering)
    the slumber; the slumbering

sluimeren verbo (sluimer, sluimert, sluimerde, sluimerden, gesluimerd)

  1. sluimeren (dommelen; doezelen; soezen; dutten)
    to snooze; to doze; to drowse
    • snooze verbo (snoozes, snoozed, snoozing)
    • doze verbo (dozes, dozed, dozing)
    • drowse verbo (drowses, drowsed, drowsing)
  2. sluimeren (verborgen aanwezig zijn)
    to snooze; to doze
    • snooze verbo (snoozes, snoozed, snoozing)
    • doze verbo (dozes, dozed, dozing)

Conjugaciones de sluimeren:

o.t.t.
  1. sluimer
  2. sluimert
  3. sluimert
  4. sluimeren
  5. sluimeren
  6. sluimeren
o.v.t.
  1. sluimerde
  2. sluimerde
  3. sluimerde
  4. sluimerden
  5. sluimerden
  6. sluimerden
v.t.t.
  1. heb gesluimerd
  2. hebt gesluimerd
  3. heeft gesluimerd
  4. hebben gesluimerd
  5. hebben gesluimerd
  6. hebben gesluimerd
v.v.t.
  1. had gesluimerd
  2. had gesluimerd
  3. had gesluimerd
  4. hadden gesluimerd
  5. hadden gesluimerd
  6. hadden gesluimerd
o.t.t.t.
  1. zal sluimeren
  2. zult sluimeren
  3. zal sluimeren
  4. zullen sluimeren
  5. zullen sluimeren
  6. zullen sluimeren
o.v.t.t.
  1. zou sluimeren
  2. zou sluimeren
  3. zou sluimeren
  4. zouden sluimeren
  5. zouden sluimeren
  6. zouden sluimeren
en verder
  1. ben gesluimerd
  2. bent gesluimerd
  3. is gesluimerd
  4. zijn gesluimerd
  5. zijn gesluimerd
  6. zijn gesluimerd
diversen
  1. sluimer!
  2. sluimert!
  3. gesluimerd
  4. sluimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for sluimeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
slumber sluimer; sluimeren; sluimering
slumbering sluimer; sluimeren; sluimering
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
doze doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen; verborgen aanwezig zijn gedachteloos zijn; suffen
drowse doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen gedachteloos zijn; suffen
snooze doezelen; dommelen; dutten; sluimeren; soezen; verborgen aanwezig zijn maffen; meuren; pitten; slapen; uitstellen

Palabras relacionadas con "sluimeren":


Wiktionary: sluimeren

sluimeren
verb
  1. to be in a very light state of sleep

sluimeren forma de sluimer:

sluimer [de ~ (m)] sustantivo

  1. de sluimer (sluimeren; sluimering)
    the slumber; the slumbering

Translation Matrix for sluimer:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
slumber sluimer; sluimeren; sluimering
slumbering sluimer; sluimeren; sluimering

Palabras relacionadas con "sluimer":