Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/inglés ->Traducir sluizen

Traducir sluizen de neerlandés a inglés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a inglés: más información...

sluizen:
- sluices; locks
sluis:
- sluice; lock chamber; scupper; lock; drain; small lock
Wiktionary:
- sluis → lock, sluice
- sluis → lock, sluice, sluice-gate

Neerlandés

Traducciones detalladas de sluizen de neerlandés a inglés

sluizen:

sluizen [de ~] sustantivo, plural

de sluizen
the sluices; the locks
- sluices [the ~] sustantivo
- locks [the ~] sustantivo

Translation Matrix for sluizen:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
locks	sluizen	sloten; veiligheidssloten
sluices	sluizen	lozen; spuien

Palabras relacionadas con "sluizen":

sluis

sluizen forma de sluis:

sluis [de ~] sustantivo

de sluis (schutsluisje; sas; verlaat)
the sluice; the lock chamber; the scupper; the lock; the drain; the small lock
- sluice [the ~] sustantivo
- lock chamber [the ~] sustantivo
- scupper [the ~] sustantivo
- lock [the ~] sustantivo
- drain [the ~] sustantivo
- small lock [the ~] sustantivo

Translation Matrix for sluis:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
drain	sas; schutsluisje; sluis; verlaat	afdruipen; afdruppelen; afvoer; afvoerbuis; afvoerkanaal; afwateringsbuis; afwateringskanaal; boezem; doorlaat; regenpijp; riolering; riool; spui; uitdruipen; uitdruppelen
lock	sas; schutsluisje; sluis; verlaat	deurslot; geheel van sluizen; haarkuif; klamp; koeklauw; krul; krullende haarlok; krulletje; kuif; slot; sluiswerk; sluiswerken
lock chamber	sas; schutsluisje; sluis; verlaat
scupper	sas; schutsluisje; sluis; verlaat	spuigat
sluice	sas; schutsluisje; sluis; verlaat	inlaatsluis; sluiswerk
small lock	sas; schutsluisje; sluis; verlaat
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
drain		afdruipen; afdruppelen; afscheiden; afvoeren; afwateren; droogleggen; indijken; inpolderen; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegzuigen; lozen; ontwateren; spuien; uitdruipen; uitdruppelen; uithalen; uitlekken; uitscheiden; uitstoten; uitwateren; uitwerpen; uitzuigen; water afvoeren; water lozen
lock		aandraaien; afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; door draaien vastmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; schutten; sluiten; vergrendelen
scupper		belagen

Palabras relacionadas con "sluis":

sluizen

Wiktionary: sluis

sluis

noun

scheepvaart|nld een kunstwerk om water te keren en mogelijk ook om schepen door te laten, op een plaats tussen twee waters met een verschillend waterpeil.
- sluis → lock

sluis

noun

segment of a canal
- lock → sluis
passage for water
- sluice → sluis

Cross Translation:

From	To	Via
• sluis	→ lock; sluice; sluice-gate	↔ écluse — clôture en forme de bassin, faite de terre, de pierre, de bois ou de toute autre matière dans un port, sur une rivière, sur un canal, etc., ayant une ou plusieurs portes qui se lever et se baisser ou qui s’ouvrent et se fermer, pou

Traducciones relacionadas de sluizen

geheel van sluizen

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios