Neerlandés

Traducciones detalladas de smeer de neerlandés a inglés

smeer:

smeer [de ~ (m)] sustantivo

  1. de smeer (vet; reuzel; olie)
    the grease; the fat; the lard
    • grease [the ~] sustantivo
    • fat [the ~] sustantivo
    • lard [the ~] sustantivo
  2. de smeer (smeersel; zalf; balsem; smeerseltje; smeerzalf)
    the liniment; the ointment; the unguent

Translation Matrix for smeer:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fat olie; reuzel; smeer; vet braadvet; huidvet; liposoom
grease olie; reuzel; smeer; vet
lard olie; reuzel; smeer; vet lardeerspek; reuzel
liniment balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf
ointment balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf
unguent balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
grease afreizen; doorsmeren; heengaan; inoliën; invetten; oliën; smeren; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
lard doorspekken; larderen; spek doen in; spekken

Palabras relacionadas con "smeer":


Wiktionary: smeer

smeer
noun
  1. techniek|nld vet (om iets te smeren)
smeer
noun
  1. animal fat

Cross Translation:
FromToVia
smeer creme Wichse — Paste, Putzmittel für Schuhe oder auch Parkett, die nach dem Auftragen auf Glanz poliert wird
smeer grease; fat graisse — À trier

smeer forma de smeren:

smeren verbo (smeer, smeert, smeerde, smeerden, gesmeerd)

  1. smeren (invetten; oliën; inoliën)
    to smear; to lubricate; to grease; to rub in; to oil
    • smear verbo (smears, smeared, smearing)
    • lubricate verbo (lubricates, lubricated, lubricating)
    • grease verbo (greases, greased, greasing)
    • rub in verbo (rubs in, rubbed in, rubbing in)
    • oil verbo (oils, oiled, oiling)
  2. smeren (vertrekken; weggaan; verwijderen; )
    to depart; to leave; to take off; to go away
    • depart verbo (departs, departed, departing)
    • leave verbo (leaves, left, leaving)
    • take off verbo (takes off, took off, taking off)
    • go away verbo (goes away, went away, going away)

Conjugaciones de smeren:

o.t.t.
  1. smeer
  2. smeert
  3. smeert
  4. smeren
  5. smeren
  6. smeren
o.v.t.
  1. smeerde
  2. smeerde
  3. smeerde
  4. smeerden
  5. smeerden
  6. smeerden
v.t.t.
  1. heb gesmeerd
  2. hebt gesmeerd
  3. heeft gesmeerd
  4. hebben gesmeerd
  5. hebben gesmeerd
  6. hebben gesmeerd
v.v.t.
  1. had gesmeerd
  2. had gesmeerd
  3. had gesmeerd
  4. hadden gesmeerd
  5. hadden gesmeerd
  6. hadden gesmeerd
o.t.t.t.
  1. zal smeren
  2. zult smeren
  3. zal smeren
  4. zullen smeren
  5. zullen smeren
  6. zullen smeren
o.v.t.t.
  1. zou smeren
  2. zou smeren
  3. zou smeren
  4. zouden smeren
  5. zouden smeren
  6. zouden smeren
en verder
  1. ben gesmeerd
  2. bent gesmeerd
  3. is gesmeerd
  4. zijn gesmeerd
  5. zijn gesmeerd
  6. zijn gesmeerd
diversen
  1. smeer!
  2. smeert!
  3. gesmeerd
  4. smerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for smeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
depart heengaan; vertrekken
grease olie; reuzel; smeer; vet
leave heengaan; snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd; vertrekken
oil aardolie; motorolie; olie
smear uitstrijkje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
depart afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken afreizen; afsteken; afvaren; gaan; heengaan; opbreken; opstappen; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren
go away afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken gaan; heengaan; inrukken; opbreken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; opstappen; vertrekken; weggaan
grease inoliën; invetten; oliën; smeren afreizen; doorsmeren; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
leave afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken afgeven; afleveren; afreizen; afsteken; afvaren; bestellen; bezorgen; brengen; gaan; heengaan; in de steek laten; opbreken; opstappen; overhandigen; overlaten; thuisbezorgen; uitgaan; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren; zich verwijderen
lubricate inoliën; invetten; oliën; smeren doorsmeren
oil inoliën; invetten; oliën; smeren doorsmeren
rub in inoliën; invetten; oliën; smeren afreizen; fouten benadrukken; heengaan; insmeren; uitwrijven; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
smear inoliën; invetten; oliën; smeren afreizen; bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
take off afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken aanbreken; aanvangen; afdoen; afhandelen; afreizen; afsteken; afvaren; beginnen; beslechten; de hoogte ingaan; een begin nemen; heengaan; in de lucht omhoogstijgen; intreden; inzetten; kopiëren; nabootsen; namaken; omhoogkomen; ontkleden; op gang komen; opstijgen; opvliegen; starten; stijgen; twist uit de weg ruimen; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van start gaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken; wegvaren

Palabras relacionadas con "smeren":


Wiktionary: smeren

smeren
verb
  1. met een zachte massa bestrijken
  2. (overgankelijk) met een zachte massa bestrijken
smeren
verb
  1. lubricate with oil
  2. to make slippery or smooth
  3. to bribe
  4. put grease or fat on something
  5. to spread (a substance)
  6. to smear, distribute in a thin layer

Cross Translation:
FromToVia
smeren butter butternGastronomie: mit Butter bestreichen
smeren smear; anoint; apply; spread enduire — Traductions à trier suivant le sens
smeren parade; anoint; smear; spread; rub on; grease; apply étalerTraductions à trier suivant le sens.
smeren anoint; smear; spread; grease; apply; lay out; spread out; extend; spread-eagle; augment; enlarge; increase; aggrandize; magnify; step up; unroll; unfold; unfurl; expand; reach; stretch; stretch out; adulterate; dilute étendre — Traductions à trier suivant le sens