Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. spekkopers:
  2. spekkoper:


Neerlandés

Traducciones detalladas de spekkopers de neerlandés a inglés

spekkopers:

spekkopers [de ~] sustantivo, plural

  1. de spekkopers
    the boaster; the braggart

Translation Matrix for spekkopers:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
boaster spekkopers blaaskaak; bluffer; dikdoener; grootspreker; hol vat; leeg vat; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen
braggart spekkopers bluffer; dikdoener; geurmaker; grootspreker; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praalhans; praatjes; praatjes hebben; praatjesmakers; showbink; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen

Palabras relacionadas con "spekkopers":


spekkopers forma de spekkoper:

spekkoper [de ~ (m)] sustantivo

  1. de spekkoper
    the bacon-merchant

Translation Matrix for spekkoper:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bacon-merchant spekkoper

Palabras relacionadas con "spekkoper":