Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. stekel:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de stekel de neerlandés a inglés

stekel:

stekel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de stekel (doorn)
    the thorn; the sting
    • thorn [the ~] sustantivo
    • sting [the ~] sustantivo

Translation Matrix for stekel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
sting doorn; stekel angel; gifangel; messteek; steek; vishaak; weerhaak
thorn doorn; stekel
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
sting aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; entameren; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snijden; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen

Palabras relacionadas con "stekel":

  • stekels, stekeltje, stekeltjes

Wiktionary: stekel

stekel
noun
  1. rigid, pointed surface protuberance or needle-like structure on an animal, shell, or plant