Neerlandés

Traducciones detalladas de stoten op de neerlandés a inglés

stoten op:

stoten op verbo (stoot op, stootte op, stootten op, gestoten op)

  1. stoten op (botsen; op elkaar stoten; aanrijden; op elkaar knallen)
    to collide; to crash; to bump up against; to bump into; bang into
    • collide verbo (collides, collided, colliding)
    • crash verbo (crashes, crashed, crashing)
    • bump up against verbo (bumps up against, bumped up against, bumping up against)
    • bump into verbo (bumps into, bumped into, bumping into)
    • bang into verbo

Conjugaciones de stoten op:

o.t.t.
  1. stoot op
  2. stoot op
  3. stoot op
  4. stoten op
  5. stoten op
  6. stoten op
o.v.t.
  1. stootte op
  2. stootte op
  3. stootte op
  4. stootten op
  5. stootten op
  6. stootten op
v.t.t.
  1. heb gestoten op
  2. hebt gestoten op
  3. heeft gestoten op
  4. hebben gestoten op
  5. hebben gestoten op
  6. hebben gestoten op
v.v.t.
  1. had gestoten op
  2. had gestoten op
  3. had gestoten op
  4. hadden gestoten op
  5. hadden gestoten op
  6. hadden gestoten op
o.t.t.t.
  1. zal stoten op
  2. zult stoten op
  3. zal stoten op
  4. zullen stoten op
  5. zullen stoten op
  6. zullen stoten op
o.v.t.t.
  1. zou stoten op
  2. zou stoten op
  3. zou stoten op
  4. zouden stoten op
  5. zouden stoten op
  6. zouden stoten op
en verder
  1. ben gestoten op
  2. bent gestoten op
  3. is gestoten op
  4. zijn gestoten op
  5. zijn gestoten op
  6. zijn gestoten op
diversen
  1. stoot op!
  2. stoott op!
  3. gestoten op
  4. stotend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stoten op:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
crash aanrijding; aanvaring; afname; barst; beurskrach; botsing; breuk; collisie; crash; daling; debacle; dreun; ineenstorting; ineenzakking; instorting; klap; knal; krach; krak; kwak; minder worden; scheur; smak; terugloop; val; vastloper
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bang into aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op binnenrammen; tegen het lijf lopen
bump into aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op opbotsen; tegen het lijf lopen
bump up against aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op
collide aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op
crash aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op crashen; ineenstorten; instorten; ontbinden; rotten; vastlopen; vergaan; verongelukken; verrotten; verteren; wegrotten

Wiktionary: stoten op


Cross Translation:
FromToVia
stoten op begin; commence; start; collide with; crash into; bring up; broach; land; address; accost; hitch on; hook on; attach; approach; deal with; tackle; berth aborder — intransitif|fr marine|fr arriver au bord, prendre terre.

Traducciones relacionadas de stoten op