Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. suikergoed:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de suikergoed de neerlandés a inglés

suikergoed:

suikergoed [het ~] sustantivo

  1. het suikergoed (suikerwerk)
    the confectionery; the sweets; the candy

Translation Matrix for suikergoed:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
candy suikergoed; suikerwerk beminde; duifje; kandij; lekkers; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoep; snoepgoed; snoepjes; snoes; zoetigheid
confectionery suikergoed; suikerwerk banketbakker; lekkers; snoepgoed; snoepjes; suikerbakkerij; zoetigheid
sweets suikergoed; suikerwerk lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
candy konfijten; versuikeren; zoeten; zoetmaken

Wiktionary: suikergoed

suikergoed
noun
  1. food item