Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. surprise:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de surprise de neerlandés a inglés

surprise:

surprise [de ~ (v)] sustantivo

  1. de surprise
    the surprise

Translation Matrix for surprise:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
surprise surprise bevreemding; overrompeling; verrassing; verwondering
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
surprise bevreemden; iets onverwachts doen; overrompelen; overvallen; verbazen; verbijsteren; verrassen; verwonderen

Palabras relacionadas con "surprise":

  • surprises

Wiktionary: surprise

surprise
noun
  1. een op een speciale manier ingepakt cadeau