Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. te danken hebben:


Neerlandés

Traducciones detalladas de te danken hebben de neerlandés a inglés

te danken hebben:

te danken hebben verbo (heb te danken, hebt te danken, had te danken, hadden te danken, te danken gehad)

  1. te danken hebben (danken)
    owe to; to be indebted

Conjugaciones de te danken hebben:

o.t.t.
  1. heb te danken
  2. hebt te danken
  3. hebt te danken
  4. hebben te danken
  5. hebben te danken
  6. hebben te danken
o.v.t.
  1. had te danken
  2. had te danken
  3. had te danken
  4. hadden te danken
  5. hadden te danken
  6. hadden te danken
v.t.t.
  1. heb te danken gehad
  2. hebt te danken gehad
  3. heeft te danken gehad
  4. hebben te danken gehad
  5. hebben te danken gehad
  6. hebben te danken gehad
v.v.t.
  1. had te danken gehad
  2. had te danken gehad
  3. had te danken gehad
  4. hadden te danken gehad
  5. hadden te danken gehad
  6. hadden te danken gehad
o.t.t.t.
  1. zal te danken hebben
  2. zult te danken hebben
  3. zal te danken hebben
  4. zullen te danken hebben
  5. zullen te danken hebben
  6. zullen te danken hebben
o.v.t.t.
  1. zou te danken hebben
  2. zou te danken hebben
  3. zou te danken hebben
  4. zouden te danken hebben
  5. zouden te danken hebben
  6. zouden te danken hebben
en verder
  1. ben te danken gehad
  2. bent te danken gehad
  3. is te danken gehad
  4. zijn te danken gehad
  5. zijn te danken gehad
  6. zijn te danken gehad
diversen
  1. heb te danken!
  2. hebt te danken!
  3. te danken gehad
  4. te danken hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for te danken hebben:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
be indebted danken; te danken hebben
owe to danken; te danken hebben

Traducciones relacionadas de te danken hebben