Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. terugstoot:
  2. terugstoten:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de terugstoot de neerlandés a inglés

terugstoot:

terugstoot [de ~ (m)] sustantivo

  1. de terugstoot (terugslag)
    the recoil; the rebound; the kick

Translation Matrix for terugstoot:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
kick terugslag; terugstoot schop; schoppen; trap; voetbeweging
rebound terugslag; terugstoot
recoil terugslag; terugstoot
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
kick schoppen; trappen; trappen geven
rebound afstuiten; butsen; kaatsen; terugspringen; terugstuiten
recoil achteruitdeinzen; achteruitgaan; afstuiten; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken

Palabras relacionadas con "terugstoot":


terugstoten:

terugstoten verbo (stoot terug, stootte terug, stootten terug, terugestoten)

  1. terugstoten (terugkaatsen; reflecteren; stuiten; weerkaatsen; echoën)
    to reverberate; to reflect; to strike back; to echo
    • reverberate verbo (reverberates, reverberated, reverberating)
    • reflect verbo (reflects, reflected, reflecting)
    • strike back verbo (strikes back, struck back, striking back)
    • echo verbo (echos, echoed, echoing)

Conjugaciones de terugstoten:

o.t.t.
  1. stoot terug
  2. stoot terug
  3. stoot terug
  4. stoten terug
  5. stoten terug
  6. stoten terug
o.v.t.
  1. stootte terug
  2. stootte terug
  3. stootte terug
  4. stootten terug
  5. stootten terug
  6. stootten terug
v.t.t.
  1. heb terugestoten
  2. hebt terugestoten
  3. heeft terugestoten
  4. hebben terugestoten
  5. hebben terugestoten
  6. hebben terugestoten
v.v.t.
  1. had terugestoten
  2. had terugestoten
  3. had terugestoten
  4. hadden terugestoten
  5. hadden terugestoten
  6. hadden terugestoten
o.t.t.t.
  1. zal terugstoten
  2. zult terugstoten
  3. zal terugstoten
  4. zullen terugstoten
  5. zullen terugstoten
  6. zullen terugstoten
o.v.t.t.
  1. zou terugstoten
  2. zou terugstoten
  3. zou terugstoten
  4. zouden terugstoten
  5. zouden terugstoten
  6. zouden terugstoten
en verder
  1. ben terugestoten
  2. bent terugestoten
  3. is terugestoten
  4. zijn terugestoten
  5. zijn terugestoten
  6. zijn terugestoten
diversen
  1. stoot terug!
  2. stoott terug!
  3. terugestoten
  4. terugstotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugstoten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
echo echo; galm; gegalm; geluidsweerkaatsing; geschal; klankweerkaatsing; luidkeelse uitroep; nagalm; resonantie; weergalm; weerklank
strike back afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
echo echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen echoën; galmen; herhalen; nabouwen; naklinken; napraten; nazeggen; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
reflect echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen afspiegelen; beraadslagen; bezinnen; nadenken; overleggen; overwegen; peinzen; piekeren; prakkiseren; reflecteren; terugkaatsen; weerkaatsen; weerschijnen; weerspiegelen
reverberate echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen echoën; galmen; hoorbaar zijn; naklinken; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; weerschijnen
strike back echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen terugslaan; terugvechten

Palabras relacionadas con "terugstoten":


Wiktionary: terugstoten


Cross Translation:
FromToVia
terugstoten retort; refute rétorquerretourner contre son adversaire les raisons, les arguments, les preuves dont il s’servir.