Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. tiran:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de tiran de neerlandés a inglés

tiran:

tiran [de ~ (m)] sustantivo

  1. de tiran (overheerser; despoot)
    the tyrant; the oppressor; the despot; the bully; the madman

Translation Matrix for tiran:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bully despoot; overheerser; tiran bullebak; bullebijter; kwelduivel; pestkop; plaaggeest; treiteraar
despot despoot; overheerser; tiran despoot
madman despoot; overheerser; tiran achterlijke; debiel; dolleman; flapdrol; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; imbeciel; krankzinnige; mafkees; mafketel; mafkikker; razende; waanzinnige; woesteling; zot; zwakzinnige
oppressor despoot; overheerser; tiran
tyrant despoot; overheerser; tiran dwingeland
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bully intimideren; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; ringeloren; sarren; tarten; tergen; terroriseren; tiranniseren; treiteren; vrees aanjagen

Palabras relacionadas con "tiran":


Wiktionary: tiran

tiran
noun
  1. heerser, meest bij de gratie van een schrikbewind
tiran
noun
  1. absolute ruler
  2. harsh and cruel ruler
  3. oppressive and harsh person

Cross Translation:
FromToVia
tiran tyrant tyran — antiq|fr roi absolu, monarque, despote qui usurper la puissance souveraine.