Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. ultra:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ultra de neerlandés a inglés

ultra:

ultra [de ~] sustantivo

  1. de ultra
    the ultra; the extremity

ultra adv.

  1. ultra (extreem)
    extreme; ultra

Translation Matrix for ultra:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
extreme grens; limiet; uiterste
extremity ultra extremiteit
ultra ultra
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
extreme extreem; ultra bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate
ultra extreem; ultra bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer