Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
bound
|
|
grens
|
end
|
|
afstand; beëindiging; distantie; einde; eindpunt; end; finale; slot; sluiting
|
limit
|
|
begrenzing; grens; grenswaarde; limiet; uiterste
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
bound
|
afgrenzen; begrenzen; van grenzen voorzien
|
|
enclose
|
afgrenzen; begrenzen; van grenzen voorzien
|
beperken; bijsluiten; bijvoegen; indammen; inkapselen; inperken; insluiten; limiteren; omvatten; toevoegen; van afsluitende laag voorzien
|
end
|
afgrenzen; begrenzen; van grenzen voorzien
|
aankomen; afkrijgen; aflopen; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; belanden; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; finishen; geraken; gesprek beëindigen; halthouden; klaarkrijgen; klaarmaken; naar einde toewerken; ophouden; stoppen; ten einde lopen; teneindelopen; terechtkomen; verzeilen; volbrengen; volmaken; voltooien
|
limit
|
afgrenzen; begrenzen; van grenzen voorzien
|
beknotten; beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren
|
surround
|
afgrenzen; begrenzen; van grenzen voorzien
|
bijsluiten; bijvoegen; inkapselen; insluiten; omcirkelen; omgeven; omringen; omsingelen; omsluiten; toevoegen; van afsluitende laag voorzien
|
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
bound
|
|
gebonden; obligaat; obligatoir; onvrij; vereist; verplicht
|