Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. verkeren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verkeren de neerlandés a inglés

verkeren:

verkeren verbo (verkeer, verkeert, verkeerde, verkeerden, verkeerd)

  1. verkeren (ergens verkeren)
  2. verkeren (omgaan met)
    to date
    • date verbo (dates, dated, dating)

Conjugaciones de verkeren:

o.t.t.
  1. verkeer
  2. verkeert
  3. verkeert
  4. verkeren
  5. verkeren
  6. verkeren
o.v.t.
  1. verkeerde
  2. verkeerde
  3. verkeerde
  4. verkeerden
  5. verkeerden
  6. verkeerden
v.t.t.
  1. heb verkeerd
  2. hebt verkeerd
  3. heeft verkeerd
  4. hebben verkeerd
  5. hebben verkeerd
  6. hebben verkeerd
v.v.t.
  1. had verkeerd
  2. had verkeerd
  3. had verkeerd
  4. hadden verkeerd
  5. hadden verkeerd
  6. hadden verkeerd
o.t.t.t.
  1. zal verkeren
  2. zult verkeren
  3. zal verkeren
  4. zullen verkeren
  5. zullen verkeren
  6. zullen verkeren
o.v.t.t.
  1. zou verkeren
  2. zou verkeren
  3. zou verkeren
  4. zouden verkeren
  5. zouden verkeren
  6. zouden verkeren
diversen
  1. verkeer!
  2. verkeert!
  3. verkeerd
  4. verkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
date afgesproken ontmoeting; afspraak; dadel; dagtekening; datum; jaartal; liaison; tijdstip
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
be somewhere ergens verkeren; verkeren
date omgaan met; verkeren dagtekenen; dateren

Definiciones relacionadas de "verkeren":

  1. daarin zijn1
    • zij verkeert in levensgevaar1
  2. er regelmatig komen1
    • hij verkeert in bepaalde kringen1

Wiktionary: verkeren


Cross Translation:
FromToVia
verkeren turn; amend; shift changer — à trier
verkeren frequent; attend; interact; interrelate fréquenteraller souvent dans un lieu.

Traducciones relacionadas de verkeren