Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. voos:
  2. vozen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de voos de neerlandés a inglés

voos:

voos adj.

  1. voos
    rotten; woolly; spongy; wooly

Translation Matrix for voos:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
rotten voos akelig; banaal; bedorven; belabberd; beroerd; ellendig; grof; kliederig; knoeierig; laag-bij-de-grond; lamlendig; lomp; morsig; naar; plat; platvloers; rot; rottig; schunnig; slecht; triviaal; vergaan; verrot; vuil; vunzig
spongy voos sponsachtig; sponzig
woolly voos behaard; harig; ruig; wolachtig; wollig
wooly voos behaard; harig; ruig; wolachtig; wollig

Palabras relacionadas con "voos":


vozen:

vozen verbo (voos, voost, voosde, voosden, gevoosd)

  1. vozen (geslachtsgemeenschap hebben; neuken)
    to fuck
    – have sexual intercourse with 1
    • fuck verbo ! (fucks, fucked, fucking)

Conjugaciones de vozen:

o.t.t.
  1. voos
  2. voost
  3. voost
  4. vozen
  5. vozen
  6. vozen
o.v.t.
  1. voosde
  2. voosde
  3. voosde
  4. voosden
  5. voosden
  6. voosden
v.t.t.
  1. heb gevoosd
  2. hebt gevoosd
  3. heeft gevoosd
  4. hebben gevoosd
  5. hebben gevoosd
  6. hebben gevoosd
v.v.t.
  1. had gevoosd
  2. had gevoosd
  3. had gevoosd
  4. hadden gevoosd
  5. hadden gevoosd
  6. hadden gevoosd
o.t.t.t.
  1. zal vozen
  2. zult vozen
  3. zal vozen
  4. zullen vozen
  5. zullen vozen
  6. zullen vozen
o.v.t.t.
  1. zou vozen
  2. zou vozen
  3. zou vozen
  4. zouden vozen
  5. zouden vozen
  6. zouden vozen
diversen
  1. voos!
  2. voost!
  3. gevoosd
  4. vozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vozen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
screw fielt; gladakker; mispunt; naarling; oppotter; rotzak; schoft; schroef; smeerlap; smiecht; stinkerd
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fuck geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen neuken; paren; poepen; sexuele gemeenschap hebben; vrijen
have sexual intercourse geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen neuken; paren; sexuele gemeenschap hebben; vrijen
screw geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen dichtschroeven; schroeven; vastschroeven

Wiktionary: vozen


Cross Translation:
FromToVia
vozen make love; have sex; fuck baiser — Avoir des relations sexuelles.