Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. weergeven:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de weergeven de neerlandés a inglés

weergeven:

weergeven verbo (geef weer, geeft weer, gaf weer, gaven weer, weergegeven)

  1. weergeven (beschrijven)
    to describe; to reproduce
    • describe verbo (describes, described, describing)
    • reproduce verbo (reproduces, reproduced, reproducing)
  2. weergeven
    to render
    – To produce a graphic image from a data file on an output device such as a video display or printer. 1
    • render verbo (renders, rendered, rendering)
  3. weergeven
    to view
    – To cause an application to display information on a computer screen. 1
    • view verbo (views, viewed, viewing)
  4. weergeven
    to render
    – To display video, audio, or text content from a file or stream using a software program, such as Windows Media Player. 1
    • render verbo (renders, rendered, rendering)

Conjugaciones de weergeven:

o.t.t.
  1. geef weer
  2. geeft weer
  3. geeft weer
  4. geven weer
  5. geven weer
  6. geven weer
o.v.t.
  1. gaf weer
  2. gaf weer
  3. gaf weer
  4. gaven weer
  5. gaven weer
  6. gaven weer
v.t.t.
  1. heb weergegeven
  2. hebt weergegeven
  3. heeft weergegeven
  4. hebben weergegeven
  5. hebben weergegeven
  6. hebben weergegeven
v.v.t.
  1. had weergegeven
  2. had weergegeven
  3. had weergegeven
  4. hadden weergegeven
  5. hadden weergegeven
  6. hadden weergegeven
o.t.t.t.
  1. zal weergeven
  2. zult weergeven
  3. zal weergeven
  4. zullen weergeven
  5. zullen weergeven
  6. zullen weergeven
o.v.t.t.
  1. zou weergeven
  2. zou weergeven
  3. zou weergeven
  4. zouden weergeven
  5. zouden weergeven
  6. zouden weergeven
diversen
  1. geef weer!
  2. geeft weer!
  3. weergegeven
  4. weergevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for weergeven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
view aanblik; aanzicht; aspect; begrip; benul; bezichtigen; bezichtiging; denkbeeld; doorkijk; facet; gezicht; gezichtshoek; gezichtspunt; gezindheid; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oogpunt; oordeel; opinie; opvatting; opzicht; overtuiging; panorama; perspectief; prospect; standpunt; uitzicht; vaststaande mening; vergezicht; verreikend uitzicht; visie; vue; weergave; zicht; zienswijs; zienswijze
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
describe beschrijven; weergeven afschilderen; beschrijven; doen lijken; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; mededelen; omschrijven; schetsen; typeren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
render weergeven overbrengen; translateren; vertalen; vertolken
reproduce beschrijven; weergeven fotokopiëren; reproduceren; vermenigvuldigen; voortplanten
view weergeven aanblikken; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; gadeslaan; inspecteren; keuren; kijken; observeren; schouwen; waarnemen; zien

Wiktionary: weergeven

weergeven
verb
  1. To transform digital information in the form received from a repository into a display on a computer screen, or for other presentation to the user

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de weergeven