Interglot - huwelijk: resultados en neerlandés y español encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a español: más información...

huwelijk:
- matrimonio; boda; casamiento; unión conyugal; nupcias; alianza matrimonial; enlace matrimonial; comunidad de bienes; estado civil de casado; relación matrimonial; estado de matrimonio; relaciones matrimoniales; ceremonia nupcial
- matrimonio
Wiktionary:
- huwelijk → matrimonio
- huwelijk → matrimonio, boda

Neerlandés

Traducciones detalladas de huwelijk de neerlandés a español

huwelijk:

huwelijk [de ~ (m)] sustantivo

de huwelijk (echt; echtverbintenis; burgerlijke staat)
el matrimonio; la boda; el casamiento; la unión conyugal; la nupcias; la alianza matrimonial; el enlace matrimonial; la comunidad de bienes; el estado civil de casado; la relación matrimonial; el estado de matrimonio; la relaciones matrimoniales
- matrimonio [el ~] sustantivo
- boda [la ~] sustantivo
- casamiento [el ~] sustantivo
- unión conyugal [la ~] sustantivo
- nupcias [la ~] sustantivo
- alianza matrimonial [la ~] sustantivo
- enlace matrimonial [el ~] sustantivo
- comunidad de bienes [la ~] sustantivo
- estado civil de casado [el ~] sustantivo
- relación matrimonial [la ~] sustantivo
- estado de matrimonio [el ~] sustantivo
- relaciones matrimoniales [la ~] sustantivo
de huwelijk (huwelijksinzegening; bruiloft; trouwplechtigheid)
la ceremonia nupcial; el matrimonio; el casamiento; la unión conyugal; la boda; la nupcias; el enlace matrimonial
- ceremonia nupcial [la ~] sustantivo
- matrimonio [el ~] sustantivo
- casamiento [el ~] sustantivo
- unión conyugal [la ~] sustantivo
- boda [la ~] sustantivo
- nupcias [la ~] sustantivo
- enlace matrimonial [el ~] sustantivo

huwelijk [de ~ (m)] sustantivo

de huwelijk
el matrimonio
- matrimonio [el ~] sustantivo

Translation Matrix for huwelijk:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
alianza matrimonial	burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk
boda	bruiloft; burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid	bruiloft; bruiloftsfeest; huwelijksceremonie; huwelijksfeest; huwelijksgemeenschap; huwelijksplechtigheid; huwelijksvoltrekking; trouwerij
casamiento	bruiloft; burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid	bruiloft; bruiloftsfeest; huwelijksceremonie; huwelijksfeest; huwelijksgemeenschap; huwelijksplechtigheid; huwelijksvoltrekking; trouwerij
ceremonia nupcial	bruiloft; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid	huwelijksceremonie; huwelijksplechtigheid; huwelijksvoltrekking
comunidad de bienes	burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk	gemeenschap van goederen; huwelijksgemeenschap
enlace matrimonial	bruiloft; burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid	huwelijksceremonie; huwelijksgemeenschap; huwelijksplechtigheid
estado civil de casado	burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk	huwelijksgemeenschap
estado de matrimonio	burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk	huwelijksgemeenschap
matrimonio	bruiloft; burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid	huwelijksceremonie; huwelijksgemeenschap; huwelijksplechtigheid
nupcias	bruiloft; burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid	bruiloft; huwelijksceremonie; huwelijksplechtigheid; huwelijksvoltrekking; trouwerij
relaciones matrimoniales	burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk
relación matrimonial	burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk	huwelijksgemeenschap
unión conyugal	bruiloft; burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid	huwelijksceremonie; huwelijksgemeenschap; huwelijksplechtigheid; huwelijksvoltrekking

Palabras relacionadas con "huwelijk":

huwelijken, huwelijks

Definiciones relacionadas de "huwelijk":

het trouwen of het getrouwd zijn¹
- uit het huwelijk tussen Jan en Regina zijn twee dochters geboren¹

Wiktionary: huwelijk

huwelijk

noun

ambtelijke of kerkelijke verbintenis tussen twee personen.
- huwelijk → matrimonio

Cross Translation:

From	To	Via
• huwelijk	→ matrimonio	↔ marriage — state of being married
• huwelijk	→ matrimonio	↔ marriage — union of two people
• huwelijk	→ matrimonio	↔ Ehe — gesetzlich oder kirchlich anerkannte und durchgeführte Verbindung von Mann und Frau
• huwelijk	→ matrimonio; boda	↔ mariage — union de deux personnes reconnue de façon officielle par la loi ou les règles en vigueur localement, dans le but de s’unir à vie en formant un couple.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de huwelijk

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Resultados de huwelijk en neerlandés y español

Traducciones detalladas de huwelijk de neerlandés a español

huwelijk:

huwelijk [de ~ (m)] sustantivo

de huwelijk (echt; echtverbintenis; burgerlijke staat)

de huwelijk (huwelijksinzegening; bruiloft; trouwplechtigheid)

huwelijk [de ~ (m)] sustantivo

de huwelijk

Translation Matrix for huwelijk:

Palabras relacionadas con "huwelijk":

Definiciones relacionadas de "huwelijk":

Wiktionary: huwelijk

Traducciones relacionadas de huwelijk