Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. pijp:
  2. pijpen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de pijp de neerlandés a español

pijp:

pijp [de ~] sustantivo

  1. de pijp (tabakspijp)
    la pipa
    • pipa [la ~] sustantivo

Translation Matrix for pijp:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
pipa pijp; tabakspijp gouwenaar; lange pijp
- cilinder

Palabras relacionadas con "pijp":


Sinónimos de "pijp":


Definiciones relacionadas de "pijp":

  1. langwerpige ronde koker1
    • de pijp van de kachel is verstopt1
  2. deel van de broek waar je been in moet1
    • de pijpen van die broek zijn te kort1
  3. voorwerp met steel en kop waar je tabak uit rookt1
    • hij stak zijn pijp aan1

Wiktionary: pijp

pijp
noun
  1. buis
  2. broekspijp

Cross Translation:
FromToVia
pijp inyector; tobera; boquilla nozzle — short tube
pijp tubería; tubo pipe — hollow tube
pijp órgano pipe — organ pipe
pijp pipa tobacco pipe — smoking tool
pijp pipa Pfeife — Gerät zum Rauchen
pijp vara; barra barreaubarre de bois ou de fer qui sert de clôture.
pijp palo; vara; barra; bastón bâton — Morceau de bois assez long
pijp vara; barra gaule — Grande perche.
pijp vara; barra; perca perchelong pièce de bois.
pijp pipa pipe — Traductions à trier suivant le sens
pijp tubo; cañón tube — Tuyau.

pijpen:

pijpen verbo (pijp, pijpt, pijpte, pijpten, gepijpt)

  1. pijpen (fluiten; blazen)
  2. pijpen (fellatio doen; afzuigen; zuigen)

Conjugaciones de pijpen:

o.t.t.
  1. pijp
  2. pijpt
  3. pijpt
  4. pijpen
  5. pijpen
  6. pijpen
o.v.t.
  1. pijpte
  2. pijpte
  3. pijpte
  4. pijpten
  5. pijpten
  6. pijpten
v.t.t.
  1. heb gepijpt
  2. hebt gepijpt
  3. heeft gepijpt
  4. hebben gepijpt
  5. hebben gepijpt
  6. hebben gepijpt
v.v.t.
  1. had gepijpt
  2. had gepijpt
  3. had gepijpt
  4. hadden gepijpt
  5. hadden gepijpt
  6. hadden gepijpt
o.t.t.t.
  1. zal pijpen
  2. zult pijpen
  3. zal pijpen
  4. zullen pijpen
  5. zullen pijpen
  6. zullen pijpen
o.v.t.t.
  1. zou pijpen
  2. zou pijpen
  3. zou pijpen
  4. zouden pijpen
  5. zouden pijpen
  6. zouden pijpen
en verder
  1. is gepijpt
  2. zijn gepijpt
diversen
  1. pijp!
  2. pijpt!
  3. gepijpt
  4. pijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pijpen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
chuparsela afzuigen; fellatio doen; pijpen; zuigen
chupetear afzuigen; fellatio doen; pijpen; zuigen lurken; sabbelen; zuigen
silbar blazen; fluiten; pijpen fluisteren; knisperen; lispelen; ritselen; ruisen; sissen; suizelen; suizen; uitfluiten
soplar blazen; fluiten; pijpen blazen; doorslaan; hard waaien; hijgen; pimpelen; puffen; uitademen; uitblazen; verklappen; verraden; voorzeggen; waaien; wegblazen
tocar la flauta blazen; fluiten; pijpen

Palabras relacionadas con "pijpen":


Wiktionary: pijpen


Cross Translation:
FromToVia
pijpen mamar; chupar blow — to fellate
pijpen felación; mamada; fellatio fellatio — oral stimulation of penis
pijpen mamar; petear suck off — to give a blowjob
pijpen mamar tailler une pipe — (familier, fr) sexua|fr Effectuer une fellation.

Traducciones relacionadas de pijp