Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. keilen:
  2. keil:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de keilen de neerlandés a español

keilen:

keilen verbo (keil, keilt, keilde, keilden, gekeild)

  1. keilen
    tirar; arrojar

Conjugaciones de keilen:

o.t.t.
  1. keil
  2. keilt
  3. keilt
  4. keilen
  5. keilen
  6. keilen
o.v.t.
  1. keilde
  2. keilde
  3. keilde
  4. keilden
  5. keilden
  6. keilden
v.t.t.
  1. heb gekeild
  2. hebt gekeild
  3. heeft gekeild
  4. hebben gekeild
  5. hebben gekeild
  6. hebben gekeild
v.v.t.
  1. had gekeild
  2. had gekeild
  3. had gekeild
  4. hadden gekeild
  5. hadden gekeild
  6. hadden gekeild
o.t.t.t.
  1. zal keilen
  2. zult keilen
  3. zal keilen
  4. zullen keilen
  5. zullen keilen
  6. zullen keilen
o.v.t.t.
  1. zou keilen
  2. zou keilen
  3. zou keilen
  4. zouden keilen
  5. zouden keilen
  6. zouden keilen
diversen
  1. keil!
  2. keilt!
  3. gekeild
  4. keilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for keilen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
arrojar gesmijt
tirar afdrukken; drukken; weggooien
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
arrojar keilen afsmijten; afwerpen; begeleiden; braken; deinen; deponeren; golven; kotsen; kwakken; leiden; meevoeren; met de hand groeten; naar beneden gooien; naar beneden werpen; neergooien; neerkwakken; neerleggen; neerwerpen; omlaag werpen; omwisselen; op de grond gooien; overgeven; smakken; smijten; spugen; uitbraken; uitgooien; uitwerpen; voeren; vomeren; wankelen; weggooien; wegsmijten; wisselen; zwaaien
tirar keilen afdanken; afdrukken; afschieten; afsmijten; afvuren; afwerpen; binnenwerpen; ecarteren; naar beneden gooien; neergooien; omduwen; omstoten; omverrukken; omverstoten; op de grond gooien; opspannen; schieten; schoten lossen; smijten; spannen; tevoorschijn trekken; trekker overhalen; vuren; weggooien; wegsmijten

Palabras relacionadas con "keilen":


Wiktionary: keilen


Cross Translation:
FromToVia
keilen echar; tirar; lanzar jeterlancer avec la main ou de quelque autre manière.

keilen forma de keil:

keil [znw.] sustantivo

  1. keil (wig; keg)
    la cuña; la aguja; la pinza; el boli
    • cuña [la ~] sustantivo
    • aguja [la ~] sustantivo
    • pinza [la ~] sustantivo
    • boli [el ~] sustantivo

Translation Matrix for keil:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aguja keg; keil; wig haring; keer; kentering; klem; naald; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; pen; pin; speld; spoorwegwissel; tentharing; wijzer; wissel
boli keg; keil; wig ballpoint; balpen; pen; schrijfstift
cuña keg; keil; wig schroefbank
pinza keg; keil; wig kapstok; kledingstandaard; knijp; knijper; wasknijper

Palabras relacionadas con "keil":


Wiktionary: keil


Cross Translation:
FromToVia
keil cuña Keilspitz zulaufender Gegenstand aus festem Material in Form eines Prismas mit dreieckiger Grundfläche
keil cuña cale — Pièce pour stabiliser
keil cuña coin — Pièce servant à fendre le bois ou la pierre