Neerlandés

Traducciones detalladas de benaderen de neerlandés a español

benaderen:

benaderen verbo (benader, benadert, benaderde, benaderden, benaderd)

  1. benaderen (toenaderen)

Conjugaciones de benaderen:

o.t.t.
  1. benader
  2. benadert
  3. benadert
  4. benaderen
  5. benaderen
  6. benaderen
o.v.t.
  1. benaderde
  2. benaderde
  3. benaderde
  4. benaderden
  5. benaderden
  6. benaderden
v.t.t.
  1. heb benaderd
  2. hebt benaderd
  3. heeft benaderd
  4. hebben benaderd
  5. hebben benaderd
  6. hebben benaderd
v.v.t.
  1. had benaderd
  2. had benaderd
  3. had benaderd
  4. hadden benaderd
  5. hadden benaderd
  6. hadden benaderd
o.t.t.t.
  1. zal benaderen
  2. zult benaderen
  3. zal benaderen
  4. zullen benaderen
  5. zullen benaderen
  6. zullen benaderen
o.v.t.t.
  1. zou benaderen
  2. zou benaderen
  3. zou benaderen
  4. zouden benaderen
  5. zouden benaderen
  6. zouden benaderen
diversen
  1. benader!
  2. benadert!
  3. benaderd
  4. benaderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

benaderen [znw.] sustantivo

  1. benaderen (spreken tot; aanspreken)
    el dirigirse a; el dirigir la palabra a

Translation Matrix for benaderen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
acercarse naderen; tegemoetkomen
dirigir la palabra a aanspreken; benaderen; spreken tot spreken tot; toespreken
dirigirse a aanspreken; benaderen; spreken tot spreken tot; toespreken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
acercar benaderen; toenaderen aanvliegen; doen naderen; in-/uitzoomen; inzoomen; naderen
acercarse benaderen; toenaderen aankomen; aanvliegen; arriveren; bereiken; dichtbijkomen; dichterbij komen; doordringen; erbij komen; geraken; naderbij komen; naderen; penetreren in; terecht komen
acercarse a benaderen; toenaderen aanvliegen; naderen
aproximarse benaderen; toenaderen aankomen; arriveren; dichterbij komen; naderen; tegemoetkomen; toenaderen
aproximarse a benaderen; toenaderen naderen; tegemoetkomen; toenaderen
corresponder a benaderen; toenaderen corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken
dirigirse a aflopen; koers zetten naar; stevenen; vervoegen; zich begeven naar
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
acercar spreidbeweging

Wiktionary: benaderen

benaderen
verb
  1. naartoe gaan en aanspreken
  2. aanpakken
  3. bijna bereiken
  4. geen exacte berekening maar een bepaling

Cross Translation:
FromToVia
benaderen aproximar approach — To draw near, in a figurative sense
benaderen acercarse; aproximarse approach — To come near to in place, time, or character
benaderen aproximación approximation — act of approximating