Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. subtiel:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de subtiel de neerlandés a español

subtiel:

subtiel adj.

  1. subtiel (fijn)

Translation Matrix for subtiel:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
agradable fijn; subtiel aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; amusant; attent; attractief; bedaard; behaaglijk; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; fijn; fraai; gelijkmoedig; genietbaar; genoeglijk; gezellig; goddelijk; goed ogend; goedaardig; goedhartig; harmonisch; hartelijk; heerlijk; hemels; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; knap; lekker; leuk; minnelijk; mooi; onbewogen; onderhoudend; op een aardige manier; paradijselijk; plezant; plezierig; prettig; rustig; sereen; sfeervol; smakelijk; sociabel; te genieten; uitnodigend; verblijdend; verleidelijk; verlokkend; vermakelijk; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welgevallig; zachtaardig; zalig
bueno fijn; subtiel aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; braaf; braafjes; charmant; correct; deugdzaam; eerlijk; fijn; goddelijk; goed; goedaardig; goedhartig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; juist; knap; lekker; lief; momenteel; mooi; nou; nu; op dit moment; paradijselijk; plezierig; precies; prettig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; smakelijk; tegenwoordig; tja; verlokkend; verrukkelijk; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zalig; ziezo; zoet
delicado fijn; subtiel angstig voor pijn; benard; benauwd; breekbaar; broos; delicaat; dun; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngebouwd; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gammel; gracieus; hachelijk; iel; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; kwetsbaar; lastig; lastige; lichtgebouwd; netelig; onprettig; penibel; precair; rank; sierlijk; slank; slap; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; verfijnd; wankel; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
delicioso fijn; subtiel aanlokkelijk; goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; verlokkend; verrukkelijk; zalig
sutil fijn; subtiel fijntjes; fijnzinnig; verfijnd

Palabras relacionadas con "subtiel":

  • subtieler, subtielere, subtielst, subtielste, subtiele

Wiktionary: subtiel

subtiel
adjective
  1. alleen bij nauwkeurig toezien of voor fijn gevoel waar te nemen of te begrijpen
  2. fijn onderscheidend, scherpzinnig

Cross Translation:
FromToVia
subtiel afilado; agudo; acerbo; acre; sutil; chistoso; ocurrente; ingenioso; fino findélié, menu, mince ou étroit.
subtiel sutil subtil — désuet|fr Qui est délié, fin, menu.