Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. frommelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de frommelen de neerlandés a español

frommelen:

frommelen verbo (frommel, frommelt, frommelde, frommelden, gefrommeld)

  1. frommelen

Conjugaciones de frommelen:

o.t.t.
  1. frommel
  2. frommelt
  3. frommelt
  4. frommelen
  5. frommelen
  6. frommelen
o.v.t.
  1. frommelde
  2. frommelde
  3. frommelde
  4. frommelden
  5. frommelden
  6. frommelden
v.t.t.
  1. heb gefrommeld
  2. hebt gefrommeld
  3. heeft gefrommeld
  4. hebben gefrommeld
  5. hebben gefrommeld
  6. hebben gefrommeld
v.v.t.
  1. had gefrommeld
  2. had gefrommeld
  3. had gefrommeld
  4. hadden gefrommeld
  5. hadden gefrommeld
  6. hadden gefrommeld
o.t.t.t.
  1. zal frommelen
  2. zult frommelen
  3. zal frommelen
  4. zullen frommelen
  5. zullen frommelen
  6. zullen frommelen
o.v.t.t.
  1. zou frommelen
  2. zou frommelen
  3. zou frommelen
  4. zouden frommelen
  5. zouden frommelen
  6. zouden frommelen
en verder
  1. is gefrommeld
  2. zijn gefrommeld
diversen
  1. frommel!
  2. frommelt!
  3. gefrommeld
  4. frommelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for frommelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
farfullar frommelen aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; bazelen; broddelen; er slap bijhangen; knoeien; lallen; mompelen; murmelen; murmeren; prutsen; raffelen; rommelen; rotzooien; scharrelen; slap hangen; wauwelen

Wiktionary: frommelen


Cross Translation:
FromToVia
frommelen arrugar; estrujar; ajar froisserfrotter fortement, meurtrir par une pression violente.