Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. kabbelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kabbelen de neerlandés a español

kabbelen:

kabbelen verbo (kabbel, kabbelt, kabbelde, kabbelden, gekabbeld)

  1. kabbelen

Conjugaciones de kabbelen:

o.t.t.
  1. kabbel
  2. kabbelt
  3. kabbelt
  4. kabbelen
  5. kabbelen
  6. kabbelen
o.v.t.
  1. kabbelde
  2. kabbelde
  3. kabbelde
  4. kabbelden
  5. kabbelden
  6. kabbelden
v.t.t.
  1. heb gekabbeld
  2. hebt gekabbeld
  3. heeft gekabbeld
  4. hebben gekabbeld
  5. hebben gekabbeld
  6. hebben gekabbeld
v.v.t.
  1. had gekabbeld
  2. had gekabbeld
  3. had gekabbeld
  4. hadden gekabbeld
  5. hadden gekabbeld
  6. hadden gekabbeld
o.t.t.t.
  1. zal kabbelen
  2. zult kabbelen
  3. zal kabbelen
  4. zullen kabbelen
  5. zullen kabbelen
  6. zullen kabbelen
o.v.t.t.
  1. zou kabbelen
  2. zou kabbelen
  3. zou kabbelen
  4. zouden kabbelen
  5. zouden kabbelen
  6. zouden kabbelen
diversen
  1. kabbel!
  2. kabbelt!
  3. gekabbeld
  4. kabbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kabbelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
murmurar kabbelen klateren; knorren; knorrend geluid maken; mompelen; prevelen; ruisen; suizelen; suizen; zacht ruisen

Wiktionary: kabbelen

kabbelen
verb
  1. zacht stromen en geluid maken

Cross Translation:
FromToVia
kabbelen susurrar; murmurar babble — to make a continuous murmuring noise, as shallow water running over stones.
kabbelen chapotear barboterbredouiller, marmonner, parler d’une manière confuse, s’embrouiller dans ses explications.
kabbelen chapotear clapoter — marine|fr éprouver le clapotis.