Neerlandés

Traducciones detalladas de in de neerlandés a español

in:

in adj.

  1. in (te)
    en

Translation Matrix for in:

PrepositionTraducciones relacionadasOther Translations
- te
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
en bij; te; ter; via
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
en in; te bij; bij de; erbij; erop

Sinónimos de "in":


Antónimos de "in":


Definiciones relacionadas de "in":

  1. geeft een richting aan1
    • we gingen het bos in1
  2. geeft tijdstip of tijdsduur aan1
    • in het najaar vallen de blaren1
  3. in de mode1
    • lange rokken zijn weer in1
  4. niet (als woorddeel, ook im of il)1
    • informeel, immobiel, illegaal1
  5. richting van buiten naar binnen1
    • doe de suiker maar in de koffie1
  6. geeft een plaats aan1
    • Jan is in de slaapkamer1

Wiktionary: in


Cross Translation:
FromToVia
in DEP; QEPD RIP — abbreviation: rest in peace
in competente able — legally qualified
in a lo largo de; durante during — within a given time interval
in en; dentro de in — contained by
in adentro de; dentro de in — surrounded by
in en in — part, member of
in en in — after a period of time
in en; en cuanto a; por lo tocante a; respecto de; acerca de; sobre; dentro de; a; hacia enTraductions à trier suivant le sens

in forma de innen:

innen [znw.] sustantivo

  1. innen
    el percibir; el cobrar
  2. innen (invordering; incasso; inning; vordering; incassering)
    la recaudación; la reclamación; el cobro

innen verbo (in, int, inde, inden, geïnd)

  1. innen (geld in ontvangst nemen; incasseren)

Conjugaciones de innen:

o.t.t.
  1. in
  2. int
  3. int
  4. innen
  5. innen
  6. innen
o.v.t.
  1. inde
  2. inde
  3. inde
  4. inden
  5. inden
  6. inden
v.t.t.
  1. heb geïnd
  2. hebt geïnd
  3. heeft geïnd
  4. hebben geïnd
  5. hebben geïnd
  6. hebben geïnd
v.v.t.
  1. had geïnd
  2. had geïnd
  3. had geïnd
  4. hadden geïnd
  5. hadden geïnd
  6. hadden geïnd
o.t.t.t.
  1. zal innen
  2. zult innen
  3. zal innen
  4. zullen innen
  5. zullen innen
  6. zullen innen
o.v.t.t.
  1. zou innen
  2. zou innen
  3. zou innen
  4. zouden innen
  5. zouden innen
  6. zouden innen
en verder
  1. is geïnd
diversen
  1. in!
  2. int!
  3. geïnd
  4. innend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for innen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cobrar innen
cobro incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering cheque verzilveren; verzilvering
percibir innen
recaudación incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering belasting; cheque verzilveren; collecte; heffing; inkomst; inzameling; kosten; kwitantie; leges; ontvangstbewijs; overheidsbelasting; recette; reçu; verzilvering
reclamación incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering bezwaar; bezwaarschrift; claim; eis; grief; het klagen; klacht; prijslijst; tarievenlijst; tegenmaatregel; tegenvordering; vordering
recoger inhalen; naar binnen halen; rapen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cobrar geld in ontvangst nemen; incasseren; innen aanroeren; aanstippen; casseren; even aanraken; factureren; herkrijgen; in geld omzetten; in rekening brengen; kapitaliseren; terugkrijgen; verkrijgen; verwerven; verzilveren; weerkrijgen
embolsar geld in ontvangst nemen; incasseren; innen in ontvangst nemen; krijgen; ontvangen; opstrijken
percibir aanblikken; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; bemerken; bespeuren; casseren; gadeslaan; gewaarworden; horen; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; merken; observeren; onderscheiden; ontwaren; opletten; opmerken; signaleren; staren; te zien krijgen; toeschouwen; toezien; turen; uit elkaar houden; uiteenhouden; voelen; waarnemen; zien
platear geld in ontvangst nemen; incasseren; innen in geld omzetten; kapitaliseren; verzilveren
recaudar geld in ontvangst nemen; incasseren; innen casseren; eisen; in geld omzetten; inmanen; invorderen; kapitaliseren; verzilveren; vorderen
recoger geld in ontvangst nemen; incasseren; innen afdekken; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; afplukken; afruimen; bergen; betrappen; bijeen harken; bijeen scharrelen; bijeenrapen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; binnen halen; binnenbrengen; binnenhalen; inhalen; inzamelen; meenemen; naar binnen halen; oogsten; opbergen; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opruimen; opsnappen; opvegen; plukken; samenpakken; samenrapen; snappen; sparen; vergaren; verzamelen; wegbergen; weghalen; wegnemen

Wiktionary: innen

innen
verb
  1. verschuldigd geld in ontvangst nemen

Cross Translation:
FromToVia
innen coleccionar collectionner — Réunir en collections.
innen percibir; cobrar percevoir — Traductions à trier suivant le sens
innen recoger ramasser — Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
innen coleccionar; acumular; reunir; juntar rassemblerassembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
innen recuperar; recobrar recouvrerretrouver, rentrer en possession ; acquérir de nouveau une chose qu’on perdre.
innen recoger recueillir — (vieilli) rassembler les fruits d’une terre, en faire la récolte ; on dit plutôt « récolter ».

in forma de invaren:

invaren verbo (vaar in, vaart in, voer in, voeren in, ingevaren)

  1. invaren (binnenvaren)

Conjugaciones de invaren:

o.t.t.
  1. vaar in
  2. vaart in
  3. vaart in
  4. varen in
  5. varen in
  6. varen in
o.v.t.
  1. voer in
  2. voer in
  3. voer in
  4. voeren in
  5. voeren in
  6. voeren in
v.t.t.
  1. ben ingevaren
  2. bent ingevaren
  3. is ingevaren
  4. zijn ingevaren
  5. zijn ingevaren
  6. zijn ingevaren
v.v.t.
  1. was ingevaren
  2. was ingevaren
  3. was ingevaren
  4. waren ingevaren
  5. waren ingevaren
  6. waren ingevaren
o.t.t.t.
  1. zal invaren
  2. zult invaren
  3. zal invaren
  4. zullen invaren
  5. zullen invaren
  6. zullen invaren
o.v.t.t.
  1. zou invaren
  2. zou invaren
  3. zou invaren
  4. zouden invaren
  5. zouden invaren
  6. zouden invaren
en verder
  1. vaarde in
  2. vaarde in
  3. vaarde in
  4. vaarden in
  5. vaarden in
  6. vaarden in
diversen
  1. vaar in!
  2. vaart in!
  3. ingevaren
  4. invarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for invaren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
entrar navegando binnenvaren; invaren

Traducciones relacionadas de in



Español

Traducciones detalladas de in de español a neerlandés

in:


Translation Matrix for in:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
contemporain al día; característico de la época; contemporáneo; de ahora; de hoy; in; modernizado; moderno
eigentijds actual; al día; característico de la época; contemporáneo; corriente; de ahora; de hoy; hoy en día; in; modernizado; modernizar; moderno; nuevo; presente; reciente
hedendaags actual; al día; característico de la época; contemporáneo; corriente; de ahora; de hoy; hoy en día; in; modernizado; modernizar; moderno; nuevo; presente; reciente actual; actualmente; al día; de ahora; de hoy; hoy en día; por el momento; por este momento
modern actual; al día; característico de la época; contemporáneo; corriente; de ahora; de hoy; hoy en día; in; modernizado; modernizar; moderno; nuevo; presente; reciente al día; moderno
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
hedendaagse actual; al día; característico de la época; contemporáneo; corriente; de ahora; de hoy; hoy en día; in; moderno; presente

ión:

ión [el ~] sustantivo

  1. el ión
    het ion
    • ion [het ~] sustantivo

Translation Matrix for ión:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ion ión

Wiktionary: ión

ión
noun
  1. (natuurkunde, nld) scheikunde|nld een atoom of een molecuul die elektrisch geladen is door een gebrek aan of overschot van één of meer elektronen

Cross Translation:
FromToVia
ión ion ion — atom or group of atoms bearing an electrical charge
ión ion ion — Atome chargé

Traducciones relacionadas de in