Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. klimmen:
  2. klim:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de klimmen de neerlandés a español

klimmen:

klimmen verbo (klim, klimt, klom, klommen, geklommen)

  1. klimmen (omhoogklimmen)
  2. klimmen (omhoogklimmen; stijgen; omhoog gaan; omhoogstijgen)

Conjugaciones de klimmen:

o.t.t.
  1. klim
  2. klimt
  3. klimt
  4. klimmen
  5. klimmen
  6. klimmen
o.v.t.
  1. klom
  2. klom
  3. klom
  4. klommen
  5. klommen
  6. klommen
v.t.t.
  1. ben geklommen
  2. bent geklommen
  3. is geklommen
  4. zijn geklommen
  5. zijn geklommen
  6. zijn geklommen
v.v.t.
  1. was geklommen
  2. was geklommen
  3. was geklommen
  4. waren geklommen
  5. waren geklommen
  6. waren geklommen
o.t.t.t.
  1. zal klimmen
  2. zult klimmen
  3. zal klimmen
  4. zullen klimmen
  5. zullen klimmen
  6. zullen klimmen
o.v.t.t.
  1. zou klimmen
  2. zou klimmen
  3. zou klimmen
  4. zouden klimmen
  5. zouden klimmen
  6. zouden klimmen
en verder
  1. heb geklommen
  2. hebt geklommen
  3. heeft geklommen
  4. hebben geklommen
  5. hebben geklommen
  6. hebben geklommen
diversen
  1. klim!
  2. klimt!
  3. geklommen
  4. klimmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klimmen [znw.] sustantivo

  1. klimmen (opstijgen; stijging; stijgen; omhoogkomen)
    el alza; el aumento; el crecimiento; el incremento; el despegue

Translation Matrix for klimmen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
alza klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging opstijging
aumento klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging aangroei; aanvulling; aanwas; aanwinst; bijbetaling; cumuleren; expansie; gezwel; groei; groter worden; knobbel; opaarden; opeenhopen; ophopen; opstapelen; stapelen; stijging; toename; toename voorraad; toeneming; tumor; uitbreiding; uitvergroting; uitzetting; vergroting; verhogen; verhogen van de waarde; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
crecimiento klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging aangroei; aanwas; aanwinst; bloei; bloeiperiode; expansie; gezwel; groei; groter worden; knobbel; ontplooiing; ontwikkeling; opbloei; stijging; toename; toeneming; tot bloei komen; tumor; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering; wasdom
despegue klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging opstijging
incremento klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ascender klimmen; omhoog gaan; omhoogklimmen; omhoogstijgen; opklauteren; opklimmen; stijgen aanwassen; beklimmen; bevorderd worden; bovenkomen; de hoogte ingaan; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogkomen; omhoogstijgen; oprijzen; opstijgen; opvliegen; opwaarts gaan; rijzen; stijgen; zich opwerken
ir subiendo klimmen; omhoog gaan; omhoogklimmen; omhoogstijgen; opklauteren; opklimmen; stijgen beklimmen
subir escalando klimmen; omhoogklimmen
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
aumento sprong; stijging

Palabras relacionadas con "klimmen":


Sinónimos de "klimmen":


Definiciones relacionadas de "klimmen":

  1. op handen en voeten naar beneden of naar boven gaan1
    • de aap klom in de boom1

Wiktionary: klimmen


Cross Translation:
FromToVia
klimmen subir; escalar climb — to ascend, to go up
klimmen escalar besteigen — sich zu einem hochgelegenen oder erhöhten Ort begeben
klimmen escalar klettern — zu einem hochgelegenen Ort hinaufsteigen oder heruntersteigen
klimmen trepar gravir — Monter avec effort.
klimmen trepar grimpergravir, monter en s’agrippant.

klimmen forma de klim:

klim [de ~ (m)] sustantivo

  1. de klim (beklimming; bestijging)
    la escalada; la subida; el ascenso

Translation Matrix for klim:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ascenso beklimming; bestijging; klim opklimmen; stijgen
escalada beklimming; bestijging; klim geklauter
subida beklimming; bestijging; klim aangroei; aanwas; aanwinst; bijbetaling; expansie; groei; groter worden; inrit; oprijlaan; oprit; opstijging; rijzing; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
ascenso sprong; stijging

Palabras relacionadas con "klim":


Traducciones relacionadas de klimmen