Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. aanvoerders:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanvoerders de neerlandés a español

aanvoerders:

aanvoerders [de ~] sustantivo, plural

  1. de aanvoerders (voormannen; leiders; hoofdmannen; kopmannen)
    el jefes; el líderes; el capataces

Translation Matrix for aanvoerders:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
capataces aanvoerders; hoofdmannen; kopmannen; leiders; voormannen
jefes aanvoerders; hoofdmannen; kopmannen; leiders; voormannen bazen; chefs; directeuren; directeurs; gezagvoerders; hoofdmannen; kopstukken; leiders; leidsmannen; opperhoofden; patroons
líderes aanvoerders; hoofdmannen; kopmannen; leiders; voormannen leidsmannen