Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. besnoeien:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de besnoeien de neerlandés a español

besnoeien:

besnoeien verbo (besnoei, besnoeit, besnoeide, besnoeiden, besnoeid)

  1. besnoeien (snoeien; trimmen; knippen)
    podar

Conjugaciones de besnoeien:

o.t.t.
  1. besnoei
  2. besnoeit
  3. besnoeit
  4. besnoeien
  5. besnoeien
  6. besnoeien
o.v.t.
  1. besnoeide
  2. besnoeide
  3. besnoeide
  4. besnoeiden
  5. besnoeiden
  6. besnoeiden
v.t.t.
  1. heb besnoeid
  2. hebt besnoeid
  3. heeft besnoeid
  4. hebben besnoeid
  5. hebben besnoeid
  6. hebben besnoeid
v.v.t.
  1. had besnoeid
  2. had besnoeid
  3. had besnoeid
  4. hadden besnoeid
  5. hadden besnoeid
  6. hadden besnoeid
o.t.t.t.
  1. zal besnoeien
  2. zult besnoeien
  3. zal besnoeien
  4. zullen besnoeien
  5. zullen besnoeien
  6. zullen besnoeien
o.v.t.t.
  1. zou besnoeien
  2. zou besnoeien
  3. zou besnoeien
  4. zouden besnoeien
  5. zouden besnoeien
  6. zouden besnoeien
diversen
  1. besnoei!
  2. besnoeit!
  3. besnoeid
  4. besnoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for besnoeien:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
podar besnoeiing; snoeiing
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
podar besnoeien; knippen; snoeien; trimmen kort knippen; kort maken; korten; wegknippen; wegsnijden; wegsnoeien

Wiktionary: besnoeien

besnoeien
verb
  1. in aantal doen verminderen
  2. bomen en heggen snoeien