Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. betuigen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de betuigde de neerlandés a español

betuigde forma de betuigen:

betuigen verbo (betuig, betuigt, betuigde, betuigden, betuigd)

  1. betuigen (betonen)

Conjugaciones de betuigen:

o.t.t.
  1. betuig
  2. betuigt
  3. betuigt
  4. betuigen
  5. betuigen
  6. betuigen
o.v.t.
  1. betuigde
  2. betuigde
  3. betuigde
  4. betuigden
  5. betuigden
  6. betuigden
v.t.t.
  1. heb betuigd
  2. hebt betuigd
  3. heeft betuigd
  4. hebben betuigd
  5. hebben betuigd
  6. hebben betuigd
v.v.t.
  1. had betuigd
  2. had betuigd
  3. had betuigd
  4. hadden betuigd
  5. hadden betuigd
  6. hadden betuigd
o.t.t.t.
  1. zal betuigen
  2. zult betuigen
  3. zal betuigen
  4. zullen betuigen
  5. zullen betuigen
  6. zullen betuigen
o.v.t.t.
  1. zou betuigen
  2. zou betuigen
  3. zou betuigen
  4. zouden betuigen
  5. zouden betuigen
  6. zouden betuigen
diversen
  1. betuig!
  2. betuigt!
  3. betuigd
  4. betuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for betuigen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
expresar betonen; betuigen beschrijven; formuleren; fraseren; inkleden; laten zien; overzetten; presenteren; spuien; tonen; translateren; uitbeelden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbaliseren; verbeelden; verpersonificeren; vertalen; vertolken; vertonen; verwoorden; weergeven
manifestar betonen; betuigen aanbieden; duiden; exposeren; laten zien; manifesteren; offreren; ontvouwen; presenteren; tentoonstellen; tonen; tot uitdrukking brengen; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; vertonen; voorleggen
mostrar betonen; betuigen aanbieden; exposeren; laten zien; offreren; oprijzen; presenteren; rijzen; tentoonspreiden; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitstallen; vertonen; voordedaghalen; voorleggen; waarmaken; wijzen naar

Wiktionary: betuigen


Cross Translation:
FromToVia
betuigen certificar certifier — Témoigner qu’une chose est vraie.
betuigen declarar déclarer — Faire connaître d’une façon manifeste.
betuigen representar; describir; jugar; tocar; expresar; enunciar représenterprésenter de nouveau.