Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. broedsel:


Neerlandés

Traducciones detalladas de broedsel de neerlandés a español

broedsel:

broedsel [het ~] sustantivo

  1. het broedsel (broed; gebroed)
    la crías; el hijos; el descendientes; la nidada; la progenie

Translation Matrix for broedsel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
crías broed; broedsel; gebroed
descendientes broed; broedsel; gebroed afstammelingen; broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen
hijos broed; broedsel; gebroed broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; persoontjes; telgen; zonen
nidada broed; broedsel; gebroed gajes; gebroed; gespuis; nest
progenie broed; broedsel; gebroed

Palabras relacionadas con "broedsel":

  • broedsels