Neerlandés
Traducciones detalladas de cyclus de neerlandés a español
cyclus:
Translation Matrix for cyclus:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
ciclo | cyclus; kringloop; reeks; serie; tijdkring | aaneenschakeling; keten; ketting; omgang; ronde doen; sequens; sequentie; snoer |
circuito | cyclus; kringloop | baan; circuit; omgang; parcours; ronde doen |
movimiento circular | cyclus; kringloop | |
secuencia | cyclus; reeks; serie | aaneenschakeling; filmsequentie; gegevensstroom; keten; ketting; reeks; sequens; sequentie; snoer; stream; vervolgdeel |
serie | cyclus; reeks; serie | aaneenschakeling; gamma; gelid; keten; ketting; opeenvolging; reeks; rij; rij manschappen; scala; sequens; sequentie; serie; sleep; snoer; spectrum |
sucesión | cyclus; reeks; serie | aaneenschakeling; erfopvolging; erfstuk; keten; ketting; opeenvolging; opvolging; reeks; rij; serie; snoer; successie |