Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. dubbelgevouwen:
  2. dubbelvouwen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de dubbelgevouwen de neerlandés a español

dubbelgevouwen:

dubbelgevouwen adj.

  1. dubbelgevouwen (dubbelgeklapt)

Translation Matrix for dubbelgevouwen:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
doblada dubbelgeklapt; dubbelgevouwen gevouwen
doblado dubbelgeklapt; dubbelgevouwen gebogen; geknikt; gevouwen; gewelfd; omgebogen; opgevouwen; verbogen
plegado dubbelgeklapt; dubbelgevouwen gevouwen

dubbelgevouwen forma de dubbelvouwen:

dubbelvouwen verbo (vouw dubbel, vouwt dubbel, vouwde dubbel, vouwden dubbel, dubbelgevouwen)

  1. dubbelvouwen
    doblar; plegar

Conjugaciones de dubbelvouwen:

o.t.t.
  1. vouw dubbel
  2. vouwt dubbel
  3. vouwt dubbel
  4. vouwen dubbel
  5. vouwen dubbel
  6. vouwen dubbel
o.v.t.
  1. vouwde dubbel
  2. vouwde dubbel
  3. vouwde dubbel
  4. vouwden dubbel
  5. vouwden dubbel
  6. vouwden dubbel
v.t.t.
  1. heb dubbelgevouwen
  2. hebt dubbelgevouwen
  3. heeft dubbelgevouwen
  4. hebben dubbelgevouwen
  5. hebben dubbelgevouwen
  6. hebben dubbelgevouwen
v.v.t.
  1. had dubbelgevouwen
  2. had dubbelgevouwen
  3. had dubbelgevouwen
  4. hadden dubbelgevouwen
  5. hadden dubbelgevouwen
  6. hadden dubbelgevouwen
o.t.t.t.
  1. zal dubbelvouwen
  2. zult dubbelvouwen
  3. zal dubbelvouwen
  4. zullen dubbelvouwen
  5. zullen dubbelvouwen
  6. zullen dubbelvouwen
o.v.t.t.
  1. zou dubbelvouwen
  2. zou dubbelvouwen
  3. zou dubbelvouwen
  4. zouden dubbelvouwen
  5. zouden dubbelvouwen
  6. zouden dubbelvouwen
en verder
  1. ben dubbelgevouwen
  2. bent dubbelgevouwen
  3. is dubbelgevouwen
  4. zijn dubbelgevouwen
  5. zijn dubbelgevouwen
  6. zijn dubbelgevouwen
diversen
  1. vouw dubbel!
  2. vouwt dubbel!
  3. dubbelgevouwen
  4. dubbelvouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dubbelvouwen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
doblar dubbelvouwen breken; buigen; doen buigen; dubbel vouwen; dubben; kapot gaan; krom buigen; krommen; nasynchroniseren; neerslaan; ombuigen; omknikken; omslaan; omvouwen; onderuithalen; opvouwen; plooien; samenvouwen; sneuvelen; stuk gaan; ten dele vouwen; toevouwen; verbuigen; vloeren; vouwen; welven
plegar dubbelvouwen binnenwaarts vouwen; invouwen; omvouwen; opklappen; opvouwen; plooien; ten dele vouwen; toevouwen; vouwen