Neerlandés
Traducciones detalladas de ervan uitgaan de neerlandés a español
ervan uitgaan:
ervan uitgaan verbo (ga ervan uit, gaat ervan uit, ging ervan uit, gingen ervan uit, ervan uitgegaan)
-
ervan uitgaan
suponer; presumir; presuponer; dar por sentado; partir de la idea que; asumir; plantear; ajustar; partir de-
suponer verbo
-
presumir verbo
-
presuponer verbo
-
dar por sentado verbo
-
partir de la idea que verbo
-
asumir verbo
-
plantear verbo
-
ajustar verbo
-
partir de verbo
-
Conjugaciones de ervan uitgaan:
o.t.t.
- ga ervan uit
- gaat ervan uit
- gaat ervan uit
- gaan ervan uit
- gaan ervan uit
- gaan ervan uit
o.v.t.
- ging ervan uit
- ging ervan uit
- ging ervan uit
- gingen ervan uit
- gingen ervan uit
- gingen ervan uit
v.t.t.
- ben ervan uitgegaan
- bent ervan uitgegaan
- is ervan uitgegaan
- zijn ervan uitgegaan
- zijn ervan uitgegaan
- zijn ervan uitgegaan
v.v.t.
- was ervan uitgegaan
- was ervan uitgegaan
- was ervan uitgegaan
- waren ervan uitgegaan
- waren ervan uitgegaan
- waren ervan uitgegaan
o.t.t.t.
- zal ervan uitgaan
- zult ervan uitgaan
- zal ervan uitgaan
- zullen ervan uitgaan
- zullen ervan uitgaan
- zullen ervan uitgaan
o.v.t.t.
- zou ervan uitgaan
- zou ervan uitgaan
- zou ervan uitgaan
- zouden ervan uitgaan
- zouden ervan uitgaan
- zouden ervan uitgaan
diversen
- ga ervan uit!
- gaat ervan uit!
- ervan uitgegaan
- ervan uitgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze