Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. geschonden:
  2. schenden:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de geschonden de neerlandés a español

geschonden:

geschonden adj.

  1. geschonden (gehavend)

Translation Matrix for geschonden:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
dañado gehavend; geschonden aangeslagen; beschadigd; gebarsten; gehavend; gescheurd; gewond; kapot; mottig; stuk; verscheurd
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
desfigurado gehavend; geschonden
estropeado gehavend; geschonden aan flarden; aan stukken; aangeslagen; buiten gebruik; defect; gebroken; gehavend; geruineerd; gewond; kapot; mottig; naar de knoppen; onklaar; stuk; uitgeleefd; verscheurd; verziekt

geschonden forma de schenden:

schenden verbo (schend, schendt, schond, schonden, geschonden)

  1. schenden (ontheiligen; ontwijden)

Conjugaciones de schenden:

o.t.t.
  1. schend
  2. schendt
  3. schendt
  4. schenden
  5. schenden
  6. schenden
o.v.t.
  1. schond
  2. schond
  3. schond
  4. schonden
  5. schonden
  6. schonden
v.t.t.
  1. heb geschonden
  2. hebt geschonden
  3. heeft geschonden
  4. hebben geschonden
  5. hebben geschonden
  6. hebben geschonden
v.v.t.
  1. had geschonden
  2. had geschonden
  3. had geschonden
  4. hadden geschonden
  5. hadden geschonden
  6. hadden geschonden
o.t.t.t.
  1. zal schenden
  2. zult schenden
  3. zal schenden
  4. zullen schenden
  5. zullen schenden
  6. zullen schenden
o.v.t.t.
  1. zou schenden
  2. zou schenden
  3. zou schenden
  4. zouden schenden
  5. zouden schenden
  6. zouden schenden
en verder
  1. ben geschonden
  2. bent geschonden
  3. is geschonden
  4. zijn geschonden
  5. zijn geschonden
  6. zijn geschonden
diversen
  1. schend!
  2. schendt!
  3. geschonden
  4. schendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schenden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
violar aanranden
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
deshonrar ontheiligen; ontwijden; schenden onteren; ontwijden
profanar ontheiligen; ontwijden; schenden
violar ontheiligen; ontwijden; schenden aanranden; geweld gebruiken; inbreuk maken; misbruiken; onteren; ontwijden; overtreden; verkrachten; zich aan iemand vergrijpen

Wiktionary: schenden


Cross Translation:
FromToVia
schenden funestar; quebrantar; profanar entweihen — geweihte oder geheiligte Dinge schänden, entehren
schenden violar violate — to break or fail to act by rules
schenden quebrar; romper; quebrantar briserrompre, mettre en pièces.
schenden estropear; echar a perder détériorermettre en mauvais état.
schenden violar violer — Enfreindre, porter atteinte à, attenter à