Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
alto
|
|
halt
|
fuerte
|
|
citadel; deurslot; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterke kant; sterke zijde
|
Adverb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
mucho
|
|
heel veel; veel
|
Other | Traducciones relacionadas | Other Translations |
alto
|
|
ho
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
agitado
|
hard; hardop; luid
|
bewogen; bezet; druk; drukbezet; geagiteerd; gehaast; gejaagd; geprikkeld; gestressed; geërgerd; geïrriteerd; haastig; hectisch; heftig; jachtig; joelend; levendig; onbeheerst; ongedurig; onrustig; onstuimig; roerig; rusteloos; schreeuwend; turbulent; veelbewogen; verhit; woelig
|
alto
|
hard; hardop; luid
|
breed; enorm; fors; groot; hard; heel erg; hoog; hoog gegroeid; hoog gerezen; hooggelegen; in zeer hoge mate; lang; luid; luid klinkend; luidkeels; reuze; uit de kluiten gewassen; uit volle borst
|
bullicioso
|
hard; hardop; luid
|
opzichtig; protserig; roezemoezig; schreeuwerig
|
duro
|
hard; hardop; luid
|
agressief; direct; doordringend; eigenwijs; eigenzinnig; emotieloos; genadeloos; gevoelloos; gewelddadig; hard; hardhandig; hardhoofdig; hardvochtig; harteloos; indringend; lastig; liefdeloos; meedogenloos; moeilijk; niet makkelijk; onbarmhartig; onbuigzaam; ongemakkelijk; ongenadig; ongevoelig; ongezouten; onverzettelijk; onzacht; ruw; schel klinkend; scherp; stijfjes; stijfkoppig; stug; taai; volhoudend; week; zielloos; zwaar; zwak
|
en voz alta
|
hard; hardop; luid
|
hard; luid; luid klinkend; luidkeels; opzichtig; protserig; schreeuwerig; uit volle borst
|
estrepitoso
|
hard; hardop; luid
|
|
estruendoso
|
hard; hardop; luid
|
opzichtig; protserig; schreeuwerig
|
fuerte
|
hard; hardop; luid
|
bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; doordringend; duurzaam; duurzame; felle; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; grimmig; hard; heldhaftig; heroïsch; hoog; indringend; intens; intensief; keihard; kloek; krachtig; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; onverschrokken; opgekropt; pittig; potig; robuust; schel; schel klinkend; scherp; schril; snerpend; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stout; stoutmoedig; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd
|
inflexible
|
hard; hardop; luid
|
gestreng; niet toegevend; onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; onverzettelijk; stijfkoppig; streng; stug; taai
|
mucho
|
hard; hardop; luid
|
bijzonder; boordevol; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; dikwijls; excessief; extreem; frequent; heel erg; hogelijk; intens; intensief; meermaals; menigmaal; pijnlijk; regelmatig; ten zeerste; uitermate; uiterst; vaak; veel; veelvuldig; volop; zeer; zeerste
|
muy
|
hard; hardop; luid
|
behoorlijk; behoorlijke; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; dikwijls; erg; excessief; extreem; fantastisch; formidabel; frequent; geducht; geweldig; heel erg; hogelijk; in hoge mate; intens; intensief; meermaals; menigmaal; pijnlijk; prachtig; regelmatig; ten zeerste; uitermate; uiterst; vaak; veel; veelvuldig; zeer; zeerste
|
riguroso
|
hard; hardop; luid
|
bindend; bitter teleurgesteld; dwingend; exact; felle; guur; kil; onvermurwbaar; precies; punctueel; rigoureus; stipt; streng; strikt; stringent; verbitterd
|
ruidoso
|
hard; hardop; luid
|
gehorig; joelend; lawaaierig; luid; luidruchtig; opzichtig; protserig; rumoerig; schreeuwend; schreeuwerig
|
severo
|
hard; hardop; luid
|
corpulent; dik; doordringend; emotieloos; gestreng; gevoelloos; gezet; hard; hardvochtig; harteloos; indringend; liefdeloos; lijvig; niet toegevend; ongevoelig; onvermurwbaar; schel klinkend; scherp; streng; strikt; stringent; vlijmend; vlijmscherp; zielloos; zwaarlijvig
|
tumultuoso
|
hard; hardop; luid
|
joelend; opzichtig; protserig; schreeuwend; schreeuwerig
|
velozmente
|
hard; hardop; luid
|
hard; keihard; met hoge snelheid; rap; snel; vlot; vlug
|