Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
subyugar
|
|
knechten
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
dominar
|
beheersen; heersen over; machtiger zijn; onderwerpen; overheersen
|
bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; bijsluiten; bijvoegen; de overhand hebben; domineren; gezaghebben; heerschappij voeren; heersen; insluiten; intomen; leerstof beheersen; macht uitoefenen; matigen; omvatten; onder de knie hebben; overheersen; regeren; temmen; toevoegen; verderreiken
|
imperar
|
beheersen; heersen over; machtiger zijn; onderwerpen; overheersen
|
de overhand hebben; gezaghebben; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren
|
mandar
|
beheersen; heersen over; machtiger zijn; onderwerpen; overheersen
|
aanvoeren; afgeven; afleveren; belasten; bestellen; besturen; bevel voeren over; bevelen; bezorgen; brengen; capituleren; commanderen; de overhand hebben; decreteren; dicteren; doen toekomen; doordrijven; gebieden; gelasten; heerschappij voeren; heersen; iem. iets sturen; instructie geven; instrueren; insturen; inzenden; leiden; leiding geven; leidinggeven; majoreren; managen; ontheffen; ontslaan; opdracht geven; opdragen; opgeven; opsturen; overgeven; overhandigen; overmaken; posten; sturen; thuisbezorgen; toezenden; uitleveren; uitsturen; verordenen; verordonneren; versturen; verzenden; voorschrijven; voorzitten; wegsturen; wegzenden; zenden; zich overgeven
|
reinar
|
beheersen; heersen over; machtiger zijn; onderwerpen; overheersen
|
de overhand hebben; gezaghebben; heerschappij voeren; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren
|
subyugar
|
beheersen; heersen over; machtiger zijn; onderwerpen; overheersen
|
knechten; onder gezag brengen; onderwerpen
|