Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
despedir
|
|
afdanken; afschaffen; aftreding; ontslaan; uit de dienst ontslaan
|
proponer
|
|
poneren; stellen
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
declamar
|
declameren; hoogdravend praten; oreren
|
opzeggen; reciteren; voordragen
|
despedir
|
declameren; hoogdravend praten; oreren
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; afwijzen; congé geven; dwingen ontslag te nemen; ecarteren; eruit gooien; opsturen; posten; sturen; toezenden; uitwuiven; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren
|
orar
|
declameren; hoogdravend praten; oreren
|
opzeggen; reciteren; voordragen
|
perorar
|
declameren; hoogdravend praten; oreren
|
|
pronunciar un discurso
|
declameren; hoogdravend praten; oreren
|
opzeggen; reciteren; voordragen
|
proponer
|
declameren; hoogdravend praten; oreren
|
aanbevelen; aandragen; aanmerken; aanraden; aanvoeren; adviseren; een voorstel doen; iemand recommanderen; iets aanraden; ingeven; naar voren brengen; nomineren; opperen; poneren; raden; stellen; suggereren; te berde brengen; voordragen; voorslaan; voorstellen
|
recitar
|
declameren; hoogdravend praten; oreren
|
opzeggen; reciteren; voordragen
|