Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
aporrear
|
afranselen; iemand toetakelen
|
aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; beuken; een klap geven; hengsten; in elkaar timmeren; rammen; slaan; stompen; toetakelen
|
azotar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
beroeren; iemand raken; iemand treffen; knuppelen; raken; treffen
|
cascar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
afkraken; babbelen; declineren; een krakend geluid maken; huizen kraken; ijlen; kakelen; katten; kletsen; knakken; kraken; krassen; kritiseren; kwaken; kwebbelen; kwetteren; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; ratelen; snateren; verbuigen; vervoegen; wartaal spreken; zich krabben
|
castigar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
geselen; kastijden; lastigvallen; teisteren; tuchtigen
|
dar una soba a
|
afranselen; iemand toetakelen
|
|
malparar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
|
maltratar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
beschadigen; billekoek geven; een pak slaag geven; in elkaar slaan; mishandelen; molesteren; pijnigen; schaden; toetakelen
|
moler a palos
|
afranselen; iemand toetakelen
|
|
pegar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
aan elkaar bevestigen; aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aaneen plakken; aaneenplakken; aanhechten; aankleven; aanlijmen; afbedelen; beplakken; beroeren; bevestigen; bonken; hameren; hechten; heien; iemand raken; iemand treffen; iets vastkleven; inplakken; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; raken; rammen; samenplakken; slaan; treffen; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastmaken; vastplakken
|
sobar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
inmasseren; masseren
|
solfear
|
afranselen; iemand toetakelen
|
|
tundir a golpes
|
afranselen; iemand toetakelen
|
|
zurrar
|
afranselen; iemand toetakelen
|
|