Interglot - "lichaamsdelen" traducido de neerlandés a español

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a español: más información...

lichaamsdelen:
- miembros; extremidades
lichaamsdeel:
- parte del cuerpo; parte; unidad; pieza; dependencia; miembro; sector; disciplina; extremidad; miembro de una iglesia protestante; recambio accesorio
Wiktionary:
- lichaamsdeel → parte del cuerpo

Neerlandés

Traducciones detalladas de lichaamsdelen de neerlandés a español

lichaamsdelen:

lichaamsdelen [de ~] sustantivo, plural

de lichaamsdelen (ledematen)
el miembros; la extremidades
- miembros [el ~] sustantivo
- extremidades [la ~] sustantivo

Translation Matrix for lichaamsdelen:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
extremidades	ledematen; lichaamsdelen	extremiteit
miembros	ledematen; lichaamsdelen	achterban; leden; mensen

Palabras relacionadas con "lichaamsdelen":

lichaamsdeel

lichaamsdelen forma de lichaamsdeel:

lichaamsdeel [de ~] sustantivo

de lichaamsdeel (ledemaat; lidmaat)
la parte del cuerpo; la parte; la unidad; la pieza; la dependencia; el miembro; el sector; la disciplina; la extremidad; el miembro de una iglesia protestante; el recambio accesorio
- parte del cuerpo [la ~] sustantivo
- parte [la ~] sustantivo
- unidad [la ~] sustantivo
- pieza [la ~] sustantivo
- dependencia [la ~] sustantivo
- miembro [el ~] sustantivo
- sector [el ~] sustantivo
- disciplina [la ~] sustantivo
- extremidad [la ~] sustantivo
- miembro de una iglesia protestante [el ~] sustantivo
- recambio accesorio [el ~] sustantivo

Translation Matrix for lichaamsdeel:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
dependencia	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	aanbouw; afdeling; afhankelijkheid; ander filiaal; bijgebouw; departement; dependance; detachement; gewenning; onderhorigheid; sectie; subordinatie; tak; uitbouw; verslaafdheid; verslaving
disciplina	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	afdeling; departement; detachement; reglementering; sectie; specialisatie; specialisme; tak; vakgebied
extremidad	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	been; ledemaat; uiteinde
miembro	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	dimensielid; lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede
miembro de una iglesia protestante	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	lid; lidmaat
parte	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	aandeel; afdeling; band; boekdeel; brokje; deel; deeltje; departement; detachement; dosis; fractie; gedeelte; geluidsniveau; groot en dik stuk; homp; kleine brok; onderdeeltje; part; portie; sectie; segment; stuk; tak; volume
parte del cuerpo	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat
pieza	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	aandeel; afdeling; brokje; damschijf; deel; departement; detachement; fractie; gedeelte; groot en dik stuk; homp; kleine brok; part; sectie; speelstuk; stuk; tak
recambio accesorio	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	afdeling; departement; detachement; sectie; tak
sector	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	afdeling; deelsoort; departement; detachement; echelon; geleding; heemraadschap; laag; rijksdeel; sectie; sector; tak; waterschap
unidad	ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat	afdeling; alles; departement; detachement; diskettestation; eenheid; eenvormigheid; eenzelvigheid; geheel; gelijkvormigheid; gezamenlijkheid; legerafdeling; legereenheid; legeronderdeel; schijfstation; sectie; tak; totaal; totaliteit; uniformiteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid