Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
medio
|
|
binnenste; heup; medium; middelste
|
modal
|
|
figuur; gedaante; gestalte; moedervorm; postuur; vorm
|
regular
|
|
afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
regular
|
|
afdoen; afhandelen; afstellen; afstemmen; beslechten; bijstellen; regelen; reguleren; twist uit de weg ruimen; zich voegen
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
en promedio
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
in doorsnee
|
mediano
|
doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
middelbaar; middelgroot
|
medio
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
gemiddeld; half; meest voorkomend; modaal
|
mediocre
|
doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
alledaagse; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; middelmatige; schraal; schriel
|
mezquino
|
matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
armzalig; bedriegelijk; bekrompen; benepen; gefingeerd; gemeen; karig; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinhartig; kleinzielig; kneuterig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; mager; nagemaakt; onecht; onedel; onedelmoedig; onwaar; pover; schamel; schraal; vals
|
modal
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
|
moderado
|
matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
eenvoudig; gematigd; getemperd; matig; moderaat; sober
|
modesto
|
matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
alledaags; bescheiden; discreet; discrete; dunnetjes; eenvoudig; gering; gewoon; ingetogen; kies; magertjes; matig; natuurlijk; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; nietig; niets bijzonders; onaanzienlijk; onbetekenend; ongekunsteld; ordinair; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; van eenvoudige komaf
|
módico
|
matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
|
pasable
|
matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
|
promedio
|
doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal
|
|
regular
|
doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
|
dikwijls; fatsoenlijk; frequent; geregeld; goed geordend; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; methodisch; netjes; op vaste tijden; ordentelijk; planmatig; regelmatig; regulier; stelselmatig; systematisch; vaak; veelvuldig; welgeordend
|