Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. ontschieten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ontschieten de neerlandés a español

ontschieten:

ontschieten verbo (ontschiet, ontschoot, ontschoten, ontschoten)

  1. ontschieten (per ongeluk zeggen; ontglippen; ontvallen)

Conjugaciones de ontschieten:

o.t.t.
  1. ontschiet
  2. ontschiet
  3. ontschiet
  4. ontschieten
  5. ontschieten
  6. ontschieten
o.v.t.
  1. ontschoot
  2. ontschoot
  3. ontschoot
  4. ontschoten
  5. ontschoten
  6. ontschoten
v.t.t.
  1. ben ontschoten
  2. bent ontschoten
  3. is ontschoten
  4. zijn ontschoten
  5. zijn ontschoten
  6. zijn ontschoten
v.v.t.
  1. was ontschoten
  2. was ontschoten
  3. was ontschoten
  4. waren ontschoten
  5. waren ontschoten
  6. waren ontschoten
o.t.t.t.
  1. zal ontschieten
  2. zult ontschieten
  3. zal ontschieten
  4. zullen ontschieten
  5. zullen ontschieten
  6. zullen ontschieten
o.v.t.t.
  1. zou ontschieten
  2. zou ontschieten
  3. zou ontschieten
  4. zouden ontschieten
  5. zouden ontschieten
  6. zouden ontschieten
diversen
  1. ontschiet!
  2. ontschiet!
  3. ontschoten
  4. ontschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontschieten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
decir algo sin querer ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen
escapar ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen achterhouden; achteroverdrukken; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; floepen; gappen; glippen; in ontvangst nemen; inpikken; jatten; krijgen; loskomen; mijden; ontglippen; ontkomen; ontlopen; ontslagen worden; ontsnappen; ontsnappen aan; ontvangen; ontvluchten; ontvreemden; ontwijken; op vrije voeten gesteld worden; opstrijken; pikken; stelen; uit de weg gaan; uitwijken; uitwijken voor iets; verdonkeremanen; verduisteren; vermijden; verspreken; vervreemden; vluchten; vrijkomen; wegfutselen; wegglippen; wegkapen; wegkomen; weglopen; wegpikken; wegrennen; wegvluchten; zich bevrijden; zich vrijmaken