Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. onwelgevoegelijkheid:


Neerlandés

Traducciones detalladas de onwelgevoegelijkheid de neerlandés a español

onwelgevoegelijkheid:

onwelgevoegelijkheid [znw.] sustantivo

  1. onwelgevoegelijkheid (onbeschaamdheid; onbeschoftheid; schaamteloosheid; )
    la frescura; el descaro; la grosería; la impertinencia; la desfachatez; la desvergüenza; la indecencia

Translation Matrix for onwelgevoegelijkheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
descaro inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; vrijpostigheid
desfachatez inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; vrijpostigheid
desvergüenza inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; vrijpostigheid
frescura inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing afstandelijkheid; brutaliteit; frisheid; gereserveerdheid; impertinentie; kilheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; versheid; vrijpostigheid
grosería inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing botheid; brutaliteit; grofheid; impertinentie; lompheid; onbehoorlijkheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onhoffelijkheid; ruw van makelij; schofterigheid; vrijpostigheid
impertinencia inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing botheid; brutaliteit; impertinentie; lompheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; onwellevendheid; vrijpostigheid
indecencia inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing obsceniteit; onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoen; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onkuisheid; schuinheid; schunnigheid; vervuiling; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid