Neerlandés

Traducciones detalladas de ouder de neerlandés a español

ouder:

ouder [de ~ (m)] sustantivo

  1. de ouder
    – vader of moeder 1
    el padre
    • padre [el ~] sustantivo
  2. de ouder (vader)
    – vader of moeder 1
    el padre; el uno de los padres; el papá; el progenitor

ouder adj.

  1. ouder
    mayor

Translation Matrix for ouder:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
mayor majoor; nestor; oudste; oudste van een groep personen; senior
padre ouder; vader broeder; frater; geestelijke; kloosterling; monnik; pater; priester
papá ouder; vader pa; papa; paps
progenitor ouder; vader
uno de los padres ouder; vader
- moeder
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
mayor ouder aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breed; enorm; flink; fors; groot; grootste; groter; grotere; heel erg; hoger; hogere; in zeer hoge mate; oudere; reuze; uit de kluiten gewassen

Palabras relacionadas con "ouder":


Definiciones relacionadas de "ouder":

  1. vader of moeder1
    • zijn ouders zijn vijfentwintig jaar getrouwd1

Wiktionary: ouder


Cross Translation:
FromToVia
ouder anciano elder — greater than another in age or seniority
ouder padre parent — person from whom one is descended

ouder forma de oud:


Translation Matrix for oud:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
anciano 65-plusser; AOWer; bejaarde; gepensioneerde; grijsaard; grijskop; oudere; ouderling; ouwe; vijfenzestigplusser
desgastado verlopen
picado duikvlucht
viejo bejaarde; grijsaard; grijskop; ouwe; vlootschipper
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- muf
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
a la antigua antiek; oud; ouderwets oeroud; onmodern; ouderwets; ouderwetse; verouderd; voorvaderlijk
anciano bejaard; oud bejaard; hoogbejaard; oudere; ouwelijk; stokoud; zeer oud
anticuado antiek; muf; oubakken; oud; oudbakken; ouderwets; plat; verschaald achterlijk; eruit; oeroud; onmodern; oubollig; oude; ouderwets; ouderwetse; passé; uit; van; vanaf nu; vanuit; verouderd; voorvaderlijk
antiguo antiek; muf; oubakken; oud; oudbakken; ouderwets; plat; verschaald ex; geweest; gewezen; oeroud; oude; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
antiquísimo antiek; oud; ouderwets oeroud
chapado a la antigua antiek; oud; ouderwets oeroud; onmodern; ouderwets; ouderwetse; verouderd; voorvaderlijk
desahumado muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
desgastado afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen afgesleten; bleek; doorgesleten; flauw; flets; sleets; uitgesleten; verschoten; verweerd
gastado afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen besteed; bleek; flauw; flets; gespendeerd; uitgegeven; uitgeleefd; verbruikt; verschoten; verteerd
picado muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald aangebrand; gehakt; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar
refrito muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald achterlijk; oubollig
soso muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald afgezaagd; bleek; daas; dof; eentonig; flauw; flets; geesteloos; mat; melig; monotoon; saai; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; suf; verschoten; versuft; vervelend; zonder smaak; zouteloos
viejo antiek; muf; oubakken; oud; oudbakken; ouderwets; plat; verschaald bejaard; oeroud; oude; ouwelijk; uitgeleefd
viejísimo antiek; oud; ouderwets oeroud

Palabras relacionadas con "oud":


Sinónimos de "oud":


Antónimos de "oud":


Definiciones relacionadas de "oud":

  1. lang geleden geplukt of gemaakt1
    • dit brood lust ik niet, het is te oud1
  2. wie of wat al lang bestaat1
    • mij opa is 90, dat is heel oud1

Wiktionary: oud

oud
adjective
  1. oud mens, dier
  2. oud ding, concept
  3. vorige

Cross Translation:
FromToVia
oud viejo; anterior; atrasado back — not current
oud antiguo; viejo old — of an object, concept, etc: having existed for a relatively long period of time
oud anciano; viejo old — of a living being: having lived for relatively many years
oud viejo; antiguo alt — vor langer Zeit gemacht oder geschehen
oud anciano; viejo vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).

Traducciones relacionadas de ouder