Neerlandés

Traducciones detalladas de pezen de neerlandés a español

pezen:

Conjugaciones de pezen:

o.t.t.
  1. pees
  2. peest
  3. peest
  4. pezen
  5. pezen
  6. pezen
o.v.t.
  1. peesde
  2. peesde
  3. peesde
  4. peesden
  5. peesden
  6. peesden
v.t.t.
  1. heb gepeesd
  2. hebt gepeesd
  3. heeft gepeesd
  4. hebben gepeesd
  5. hebben gepeesd
  6. hebben gepeesd
v.v.t.
  1. had gepeesd
  2. had gepeesd
  3. had gepeesd
  4. hadden gepeesd
  5. hadden gepeesd
  6. hadden gepeesd
o.t.t.t.
  1. zal pezen
  2. zult pezen
  3. zal pezen
  4. zullen pezen
  5. zullen pezen
  6. zullen pezen
o.v.t.t.
  1. zou pezen
  2. zou pezen
  3. zou pezen
  4. zouden pezen
  5. zouden pezen
  6. zouden pezen
diversen
  1. pees!
  2. peest!
  3. gepeesd
  4. pezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pezen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bregar aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven
correr rapidamente draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten
deslomar a una persona aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven
desriñonar a una persona aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven
galopar draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten galopperen; hollen; racen; rennen
hacer trabajar con exceso aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven uitsloven
matarse trabajando aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven gebrek hebben; kromliggen; nijpen
trabajar como un negro aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven
trabajar duro aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven stevig aanpakken; streng behandelen
trajinar aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven afbeulen; afjakkeren; afsloven; banjeren; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen

Palabras relacionadas con "pezen":


pezen forma de pees:

pees [de ~] sustantivo, plural

  1. de pees (zeen)
    el tendón

Translation Matrix for pees:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
tendón pees; zeen

Palabras relacionadas con "pees":


Wiktionary: pees

pees
noun
  1. een uitloper van spierweefsel die de spier aanhecht aan het bot

Cross Translation:
FromToVia
pees tendón SehneAnatomie: ein Band aus Bindegewebe zwischen Muskeln und Knochen zur wechselseitigen Übertragung der im Bewegungsablauf auftretenden mechanischen Kräfte
pees tendón tendon — tough band of inelastic fibrous tissue that connects a muscle with its bony attachment