Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. rustend:
  2. rusten:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de rustend de neerlandés a español

rustend:

rustend adj.

  1. rustend (met emeritaat; gewezen)

Translation Matrix for rustend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
jubilado AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
jubilado gepensioneerd; gewezen; met emeritaat; rustend

rustend forma de rusten:

rusten verbo (rust, rustte, rustten, gerust)

  1. rusten (uitrusten; relaxen; verpozen)

Conjugaciones de rusten:

o.t.t.
  1. rust
  2. rust
  3. rust
  4. rusten
  5. rusten
  6. rusten
o.v.t.
  1. rustte
  2. rustte
  3. rustte
  4. rustten
  5. rustten
  6. rustten
v.t.t.
  1. heb gerust
  2. hebt gerust
  3. heeft gerust
  4. hebben gerust
  5. hebben gerust
  6. hebben gerust
v.v.t.
  1. had gerust
  2. had gerust
  3. had gerust
  4. hadden gerust
  5. hadden gerust
  6. hadden gerust
o.t.t.t.
  1. zal rusten
  2. zult rusten
  3. zal rusten
  4. zullen rusten
  5. zullen rusten
  6. zullen rusten
o.v.t.t.
  1. zou rusten
  2. zou rusten
  3. zou rusten
  4. zouden rusten
  5. zouden rusten
  6. zouden rusten
diversen
  1. rust!
  2. rust!
  3. gerust
  4. rustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rusten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
descansar relaxen; rusten; uitrusten; verpozen pauzeren
reposar relaxen; rusten; uitrusten; verpozen

Wiktionary: rusten

rusten
verb
  1. werk of andere activiteit staken om het lichaam in staat te stellen weer op krachten te komen

Cross Translation:
FromToVia
rusten descansar; reposar rest — intransitive: take repose
rusten descansar reposer — Cesser de travailler, d’agir, d’être en mouvement, pour faire disparaître la fatigue.

Traducciones automáticas externas: