Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/español ->Traducir schaaltjes

Traducir schaaltjes de neerlandés a español

Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. schaaltjes:
  2. schaaltje:
  3. schaal:
  4. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de schaaltjes de neerlandés a español

schaaltjes:

schaaltjes [znw.] sustantivo

  1. schaaltjes
    el platitos

Translation Matrix for schaaltjes:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
platitos schaaltjes afwas; vaat

Palabras relacionadas con "schaaltjes":


schaaltjes forma de schaaltje:

schaaltje [het ~] sustantivo

  1. het schaaltje (schaal)
    el platito

Translation Matrix for schaaltje:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
platito schaal; schaaltje schoteltje

Palabras relacionadas con "schaaltje":


schaaltjes forma de schaal:

schaal [de ~] sustantivo

  1. de schaal (schelp)
    la concha; la cáscara; la corteza; el caparazón; el capuchón; la funda; la cápsula
  2. de schaal (bolster; schil; dop)
    la cáscara; la capa; el estuche; el cubrimiento; la corteza; la cápsula
  3. de schaal (schaaltje)
    el platito
  4. de schaal (ovenschaal)
    el fuente

Translation Matrix for schaal:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
capa bolster; dop; schaal; schil afdeling; bovenblad; cape; coating; dekblad; dekmantel; departement; detachement; echelon; film; filmpje; filmrolletje; geleding; huidje; jack; klasse; laag; laagje; maatschappelijke klasse; omhulling; orde; rang; schilletje; schoudermantel; schulp; schutblad; sectie; slag; stand; tak; velletje
caparazón schaal; schelp omhulling; schulp
capuchón schaal; schelp dop; sluitdop
concha schaal; schelp huisje; omhulling; schulp
corteza bolster; dop; schaal; schelp; schil bast; boomschors; korstje; omhulling; schors; stukje schors
cubrimiento bolster; dop; schaal; schil omhulling; schulp
cápsula bolster; dop; schaal; schelp; schil buitenkant; capsule; huls; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; schulp; verpakking
cáscara bolster; dop; schaal; schelp; schil omhulling; peul; schil; schulp; vel
estuche bolster; dop; schaal; schil buitenkant; etui; foedraal; houder; huls; koker; kokervormig doosje; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; pennendoosje; pennenhouder; pennenkoker; schulp
fuente ovenschaal; schaal bron; fontein; put; rivierbron; waterput; wel
funda schaal; schelp kaften; lakenzak; omhulling; overtrek; tijk
platito schaal; schaaltje schoteltje
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
fuente RSS-feed; XML-feed; feed; lettertype; samengevatte inhoud; webfeed

Palabras relacionadas con "schaal":


Sinónimos de "schaal":


Definiciones relacionadas de "schaal":

  1. harde buitenkant of schil1
    • de schaal van het ei was gebroken1
  2. diepe schotel1
    • er stond een schaal met appelmoes op tafel1
  3. nummering waarmee je aangeeft hoe de verhouding is1
    • deze kaart heeft een schaal van 1 op 100.0001

Wiktionary: schaal

Cross Translation:
FromToVia
• schaal → tazón; cuenco ↔ bowl — container
• schaal → escala ↔ scale — ordered numerical sequence
• schaal → escala ↔ scale — size or scope
• schaal → escala ↔ scale — ratio of distances
• schaal → escala ↔ scale — assigning a magnitude
• schaal → cáscara ↔ shell — hard covering of an egg
• schaal → cáscara ↔ shell — covering of a nut
• schaal → gama; escala ↔ Skala — Tonleiter
• schaal → pelvis; barreño; lebrillo; jofaina; bol; escudilla; recipiente de agua; alberca; balsa; estanque; pilón; dársena; cuenca ↔ bol — coupe hémisphérique
• schaal → concha ↔ conque — Gros coquillage creux.
• schaal → cáscara; concha ↔ coquille — Enveloppe dure et calcaire (1)
• schaal → gábata; bol; escudilla ↔ jatte — Espèce de vase rond, tout d'une pièce et sans rebord, de profondeur intermédiaire entre un grand bol et une écuelle. Généralement en terre cuite, en faïence ou en porcelaine, plus rarement en bois, elle est utilisée dans la confection de plusieurs mets comme les compotes ou les entremets, d
• schaal → plato; fuente ↔ plat — pièce de vaisselle, à fond plat destinée à contenir les mets qu’on servir sur la table.
• schaal → escalera; escala ↔ échelle — dispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.
• schaal → corteza; cáscara; piel; casco ↔ écorce — Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0370 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos