Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
articulación
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
articulatie; betoog; geleding; gewricht; het uitspreken; lid; lidmaat; lul; opheldering; penis; piemel; pik; roede; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitspraak; verbinding van beenderen; verbinding van lichaamsdelen; verduidelijking; verklaring
|
autopsia
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
autopsie; lijkschouwing; obductie; sectie
|
brigada
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
brigade
|
capa
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
bolster; bovenblad; cape; coating; dekblad; dekmantel; dop; echelon; film; filmpje; filmrolletje; geleding; huidje; jack; klasse; laag; laagje; maatschappelijke klasse; omhulling; orde; rang; schaal; schil; schilletje; schoudermantel; schulp; schutblad; slag; stand; velletje
|
categoría
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
aantal personen bijeen; aard; categorie; classificatie; gelid; genre; gezelschap; graad; groep; klasse; kleurcategorie; maatschappelijke klasse; niveau; onderverdeling; orde; peil; rang; rangorde; slag; soort; stand; type
|
cuerpo
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
afdeling; anatomie; bedrijf; concern; corps; divisie; kadaver; keurslijf; korps; korset; lichaam; lijf; lijfje; lijk; menselijk lichaam; onderneming; sectie
|
departamento
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
afdeling; bestuursregio; departement; divisie; ministerie; rayon; rayon van een bedrijf; rijksdeel; sectie; vakgroep
|
dependencia
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
aanbouw; afhankelijkheid; ander filiaal; bijgebouw; dependance; gewenning; ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; onderhorigheid; subordinatie; uitbouw; verslaafdheid; verslaving
|
destacamento
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
|
disciplina
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; reglementering; specialisatie; specialisme; vakgebied
|
división
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
afbreking; afdeling; afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing; aftakking; arrangement; brigade; divisie; driesprong; indeling; legerafdeling; opdeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking; sectie; splitsing; tussenmuurtje; vakgroep; verdeling; vertakking; wegsplitsing
|
escuadrón
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
brigade; escadrille; eskader; smaldeel; squadron; vlooteskader
|
estrato
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
echelon; geleding; laag
|
fracción
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
barst; breuk; breukgetal; deel; fractie; gedeelte; interruptie; krak; machtsblok; onderbreking; part; scheur; stuk; verbreking
|
grupo parlamentario
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
kamerfractie
|
juntura
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
aaneenkoppeling; aanhechting; aanvoeging; bijeenlegging; bond; broederschap; genootschap; gewricht; koppeling; naad; samenvoeging; sociëteit; verbinding; verbinding van beenderen; verbindingsstuk; vereniging; voeg
|
nudo
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
gewricht; knobbel; knoest; kwast; schuifknoop; strik; verbinding van beenderen
|
parte
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
aandeel; band; boekdeel; brokje; deel; deeltje; dosis; fractie; gedeelte; geluidsniveau; groot en dik stuk; homp; kleine brok; ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; onderdeeltje; part; portie; segment; stuk; volume
|
pieza
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
aandeel; brokje; damschijf; deel; fractie; gedeelte; groot en dik stuk; homp; kleine brok; ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; part; speelstuk; stuk
|
porción
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
aandeel; band; boekdeel; deel; dosis; fractie; gedeelte; geluidsniveau; part; portie; segment; stuk; volume
|
rama
|
afdeling; boomtak; deelsoort; departement; detachement; ent; sectie; tak
|
aftakking; branche; branche-element; driesprong; gezichtsrimpel; loot; rimpel; splitsing; takje; twijg; vertakking; voorwaardelijke branche; wegsplitsing
|
rama de árbol
|
boomtak; ent; tak
|
|
ramificación
|
afdeling; deelsoort; departement; detachement; sectie; tak
|
aftakken; aftakking; driesprong; splitsing; vertakken; vertakking; wegsplitsing; zijtak
|
ramo
|
afdeling; boomtak; departement; detachement; ent; sectie; tak
|
beroepsgroep; bloemetje; bos bloemen; branche
|
recambio accesorio
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat
|
sección
|
afdeling; deelsoort; departement; detachement; sectie; tak
|
afdeling; autopsie; deel; divisie; doorsnede; echelon; fractie; gebiedsdeel; gedeelte; geleding; laag; lijkschouwing; part; presentatiesectie; rayon; rayon van een bedrijf; rijksdeel; sectie; segment; snijding; snijvlak; stuk
|
sector
|
afdeling; deelsoort; departement; detachement; sectie; tak
|
echelon; geleding; heemraadschap; laag; ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; rijksdeel; sector; waterschap
|
segmento
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
echelon; geleding; laag; rekeningcodesegment; segment
|
unidad
|
afdeling; departement; detachement; sectie; tak
|
alles; diskettestation; eenheid; eenvormigheid; eenzelvigheid; geheel; gelijkvormigheid; gezamenlijkheid; ledemaat; legerafdeling; legereenheid; legeronderdeel; lichaamsdeel; lidmaat; schijfstation; totaal; totaliteit; uniformiteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
|
Not Specified | Traducciones relacionadas | Other Translations |
categoría
|
|
categorie
|
cuerpo
|
|
hoofdtekst
|
división
|
|
divisie
|
rama
|
|
vertakking
|
ramificación
|
|
vertakking
|