Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. tater:


Neerlandés

Traducciones detalladas de tater de neerlandés a español

tater:

tater [de ~ (m)] sustantivo

  1. de tater
    la bocaza; la boca; el pico
    • bocaza [la ~] sustantivo
    • boca [la ~] sustantivo
    • pico [el ~] sustantivo

Translation Matrix for tater:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
boca tater bek; brutaal zijn; grote mond hebben; mond; monding; muil; smoel; smoelwerk; waffel
bocaza tater bek; brutaal zijn; flapuit; grote mond hebben; mond; muil; smoel; smoelwerk; waffel
pico tater bek; bergspits; bergtop; brutaal zijn; centrumspits; grote mond hebben; hoogst haalbare; hoogtepunt; mond; muil; piek; smoel; smoelwerk; snavel; snebben; spits; summum; top; toppunt; tuit; vogelbek; waffel

Palabras relacionadas con "tater":

  • tateren, taters, tatertje