Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. terugwerken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de terugwerken de neerlandés a español

terugwerken:

terugwerken verbo (werk terug, werkt terug, werkte terug, werkten terug, teruggewerkt)

  1. terugwerken (terugwerkende kracht hebben)

Conjugaciones de terugwerken:

o.t.t.
  1. werk terug
  2. werkt terug
  3. werkt terug
  4. werken terug
  5. werken terug
  6. werken terug
o.v.t.
  1. werkte terug
  2. werkte terug
  3. werkte terug
  4. werkten terug
  5. werkten terug
  6. werkten terug
v.t.t.
  1. heb teruggewerkt
  2. hebt teruggewerkt
  3. heeft teruggewerkt
  4. hebben teruggewerkt
  5. hebben teruggewerkt
  6. hebben teruggewerkt
v.v.t.
  1. had teruggewerkt
  2. had teruggewerkt
  3. had teruggewerkt
  4. hadden teruggewerkt
  5. hadden teruggewerkt
  6. hadden teruggewerkt
o.t.t.t.
  1. zal terugwerken
  2. zult terugwerken
  3. zal terugwerken
  4. zullen terugwerken
  5. zullen terugwerken
  6. zullen terugwerken
o.v.t.t.
  1. zou terugwerken
  2. zou terugwerken
  3. zou terugwerken
  4. zouden terugwerken
  5. zouden terugwerken
  6. zouden terugwerken
en verder
  1. ben teruggewerkt
  2. bent teruggewerkt
  3. is teruggewerkt
  4. zijn teruggewerkt
  5. zijn teruggewerkt
  6. zijn teruggewerkt
diversen
  1. werk terug!
  2. werkt terug!
  3. teruggewerkt
  4. terugwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugwerken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
repercutir terugwerken; terugwerkende kracht hebben de trom roeren; echoën; galmen; herhalen; nabouwen; naklinken; napraten; nawerken; nawerken van geneesmiddelen; nazeggen; reflecteren; resoneren; roffelen; schallen; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; trommelen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
tener efectos retroactivos terugwerken; terugwerkende kracht hebben