Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. uitmesten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitmesten de neerlandés a español

uitmesten:

uitmesten verbo (mest uit, mestte uit, mestten uit, uitgemest)

  1. uitmesten (opruimen; schoonmaken; reinigen; uitruimen)

Conjugaciones de uitmesten:

o.t.t.
  1. mest uit
  2. mest uit
  3. mest uit
  4. mesten uit
  5. mesten uit
  6. mesten uit
o.v.t.
  1. mestte uit
  2. mestte uit
  3. mestte uit
  4. mestten uit
  5. mestten uit
  6. mestten uit
v.t.t.
  1. heb uitgemest
  2. hebt uitgemest
  3. heeft uitgemest
  4. hebben uitgemest
  5. hebben uitgemest
  6. hebben uitgemest
v.v.t.
  1. had uitgemest
  2. had uitgemest
  3. had uitgemest
  4. hadden uitgemest
  5. hadden uitgemest
  6. hadden uitgemest
o.t.t.t.
  1. zal uitmesten
  2. zult uitmesten
  3. zal uitmesten
  4. zullen uitmesten
  5. zullen uitmesten
  6. zullen uitmesten
o.v.t.t.
  1. zou uitmesten
  2. zou uitmesten
  3. zou uitmesten
  4. zouden uitmesten
  5. zouden uitmesten
  6. zouden uitmesten
en verder
  1. ben uitgemest
  2. bent uitgemest
  3. is uitgemest
  4. zijn uitgemest
  5. zijn uitgemest
  6. zijn uitgemest
diversen
  1. mest uit!
  2. mest uit!
  3. uitgemest
  4. uitmestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitmesten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
limpiar afnemen; afstoffen; afwissen; boenen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
limpiar opruimen; reinigen; schoonmaken; uitmesten; uitruimen afvegen; afwissen; gladmaken; gladwrijven; kaken; klusje opknappen; klussen; opschonen; reinigen; schoon maken; schoonmaken; schoonpoetsen; uitgommen; uitsnijden; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vis kaken; vlakken; wegvegen; wissen; zuiveren
limpiar a fondo opruimen; reinigen; schoonmaken; uitmesten; uitruimen flink poetsen; grondig schoonmaken; loskrijgen; losmaken; lostornen; stalmesten; tornen; uithalen; uittrekken